privé gebruik auto

Discussie gestart door NtBNtB .
Begonnen op . Geplaatst in categorie: Bezoldiging.

De WNT  instelling betreft een uitvoeringsorganisatie van de participatiewet en de (voormalige) sociale werkvoorziening.

De leidinggevende topfunctionaris van de WNT instelling is in dienst bij een andere stichting, welke onder meer als doel heeft het verlenen van diensten, het verzorgen en het geven van ondersteuning aan de hiervoor genoemde WNT instelling.

Bij de WNT instelling is derhalve sprake van een leidinggevende topfunctionaris zonder dienstbetrekking. In de WNT verantwoording wordt als bezoldiging opgenomen de kosten die door de stichting voor de functievervulling van leidinggevende topfunctionaris in rekening zijn gebracht.

De WNT instelling heeft daarnaast zelf een auto aangeschaft en deze ter beschikking gesteld aan deze leidinggevende functionaris. Hoe moet het bedrag van deze bezoldigingscomponent in deze situatie worden bepaald? 

Kan voor het privé gebruik van de door de WNT instelling ter beschikking gestelde auto de fiscale bijtelling als bezoldigingscomponent worden gehanteerd? Dit op grond van artikel 2a lid1 d, waarin is opgenomen dat ten aanzien van de topfunctionaris zonder dienstbetrekking, voor zover niet in het tweede lid uitgezonderd, in ieder geval tot de bezoldiging in de zin van de wet wordt gerekend de componenten, bedoeld in artikel 2, eerste lid, voor zover die niet onder onderdeel a, b of c, vallen, of een compensatie of bijdrage voor die componenten. In artikel 2, eerste lid is onder k opgenomen: het voordeel, bedoeld in artikel 13bis van de Wet op de loonbelasting 1964, wegens de terbeschikkingstelling van een auto (mede) voor privégebruik (fiscale bijtelling). 

Of geldt dat het bedrag van de bezoldigingscomponent moet worden bepaald op basis van de kosten (afschrijving, verzekering etc). van de auto die ten laste van het resultaat van het boekjaar van de WNT Instelling zijn verantwoord. Hierin zijn echter ook kosten begrepen die  toezien op het zakelijk gebruik van de auto. Aangezien een km registratie ontbreekt is het onduidelijk welke kosten in deze situatie moeten worden toegerekend aan het privé gebruik.

 

 

Reacties

  • De reactie van HelpdeskWNTHelpdeskWNT .
    Lid van de Redactie Min. BZKArray Reactie geschreven op .

    De WNT verstaat onder bezoldiging, indien een functie wordt vervuld anders dan op grond van een dienstbetrekking, de som van de vergoedingen voor het vervullen van de functie, met uitzondering van de vergoedingen die bij een functievervulling op grond van een dienstbetrekking onbelast zouden zijn, en met uitzondering van de omzetbelasting (artikel 1.1, onderdeel e, WNT). In artikel 2a van de Uitvoeringsregeling WNT is nader bepaald welke bezoldigingscomponenten in ieder geval wel en welke in ieder geval niet tot de bezoldiging van een topfunctionaris zonder dienstbetrekking moeten worden gerekend. Zie ook deze Q&A op de website topinkomens.nl: https://www.topinkomens.nl/vraag-antwoord/vraag-en-antwoord/wat-wordt-onder-bezoldiging-verstaan-bij-een-topfunctionaris-zonder-dienstbetrekking.

    Voor de WNT zijn dus uitsluitend relevant (in die zin dat sprake is van normering door de WNT) de vergoedingen voor het vervullen van de functie. In de regel bestaan die uit de vergoedingen die de WNT-instelling betaalt aan de ter beschikking stellende derde, maar daaronder kunnen ook vallen (gelet op de ruime formulering in de vorengenoemde WNT-bepalingen) vergoedingen die de WNT-instelling rechtstreeks aan de topfunctionaris in plaats van aan de ter beschikking stellende derde betaalt. In dit geval volgt uit een redelijke wetsuitleg volgens BZK dat de fiscale bijtelling die bij privégebruik van de auto berekend zou worden indien van een dienstbetrekking sprake zou zijn geweest, wordt aangemerkt als bezoldiging voor de WNT. Indien de topfunctionaris een eigen bijdrage voor deze auto is verschuldigd aan de WNT-instelling mag die eigen bijdrage in mindering worden gebracht op de als bezoldiging aan te merken fictieve bijtelling, voor zover die eigen bijdrage op die bijtelling in mindering gebracht zou mogen worden indien sprake zou zijn geweest van een dienstbetrekking. Voor de toets aan het toepasselijke bezoldigingsmaximum van de WNT (hetzij op grond van artikel 4 Uitvoeringsbesluit WNT, hetzij op grond van artikel 2.1, vierde lid, WNT) moet deze fictieve loonwaarde van de ter beschikking gestelde auto worden opgeteld bij de vergoedingen die door de derde aan de WNT-instelling in rekening worden gebracht. De WNT-instelling moet deze bezoldiging voor de WNT verantwoorden inclusief de hierboven bedoelde loonwaarde van de ter beschikking gestelde auto.
Deze discussie is gesloten.