Verantwoording topfunctionaris zonder dienstverband

Discussie gestart door ShiraShira .
Begonnen op . Geplaatst in categorie: Topfunctionarissen.

Hoe moet een topfunctionaris zonder dienstverband opgenomen worden in de verantwoording van 2019 indien deze in 2018 actief was en in 2019 niet meer actief was?

Uit het verantwoordingsmodel haal ik dat 2019 leeg kan blijven en bij de vergelijkende gegevens 2018 de totale bezoldiging van 2018 ingevuld moet worden in tabel 1a. Graag een bevestiging hierop, want de eerste 12 maanden liepen over de kalenderjaren 2017 en 2018 waardoor er in 2018 een verantwoording in zowel tabel 1a als in tabel 1b is opgenomen. In de vergelijkende gegevens 2018 laat je dan als ik de instructie goed begrijp 2017 los en neem je alles in 1 tabel op.

Alvast hartelijk dank voor de reactie.


Reacties

  • De reactie van HelpdeskWNTHelpdeskWNT .
    Lid van de Redactie Min. BZKArray Reactie geschreven op .

    Als een topfunctionaris geen dienstverband meer heeft met de WNT-instelling in het hele boekjaar 2019 dan hoeft er geen WNT-verantwoording plaats te vinden voor het boekjaar 2019 m.b.t. die voormalige topfunctionaris. Dus ook geen vergelijkende gegevens over 2018. Uitzondering hierop is als er nog betalingen van bezoldiging of van uitkering wegens beëindiging van het dienstverband in 2019 plaatsvinden.

    Mocht er in 2019 of later nog een uitkering wegens beëindiging dienstverband worden gedaan in verband met de beëindiging van het dienstverband van de betreffende topfunctionaris in 2018 dan dient deze nog wel te worden verantwoord.

    Voor zover er in 2019 sprake is van (na)betaling van bezoldiging voor werkzaamheden die in 2018 of eerder zijn verricht uit hoofde van het (destijds nog geldige) dienstverband van de topfunctionaris, dient deze bezoldiging altijd te worden verantwoord voor de WNT. De reden voor de (na)betaling is dat vroegere dienstverband. De (na)betaling wordt aangemerkt als bezoldiging, niet als een uitkering wegens de beëindiging van het dienstverband, omdat de reden voor de (na)betaling niet die beëindiging van dat dienstverband is, maar de verrichte arbeid.

    Voor het jaar waarin deze (na) betaalde bezoldiging voor de WNT moet worden verantwoord, is ingeval van functievervulling op grond van een dienstbetrekking de kalendermaand van (na)betaling relevant dan wel, ingeval van functievervulling anders dan op grond van een dienstbetrekking, de factuurdatum.

    Als, bij een (vroegere) dienstbetrekking, de (na)betaling plaatsvindt in de kalendermaand januari van het kalenderjaar (in casu 2019) volgend op het kalenderjaar waarin het dienstverband is beëindigd (in casu 2018), kan de bezoldiging nog worden meegenomen in de WNT-verantwoording van het kalenderjaar waarin het dienstverband is beëindigd (in casu 2018). De precieze sluitingsdatum hangt af van het softwarepakket dat voor de loonaangifte wordt gebruikt.

    Als, bij een (vroegere) dienstbetrekking, de (na)betaling plaatsvindt in of na de kalendermaand februari van het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarin het dienstverband is beëindigd, wordt de bezoldiging meegenomen in de WNT-verantwoording van het kalenderjaar waarin de (na)betaling heeft plaatsgevonden (in casu 2019).

    Ingeval van (voormalige) functievervulling anders dan op grond van een dienstbetrekking, moet de bezoldiging worden verantwoord in het jaar waarin de component ten laste van het resultaat van de rechtspersoon of instelling komt (artikel 3, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling WNT).

    Dat het dienst­verband is beëindigd en er in het kalenderjaar van (na)betaling geen dienstverband meer bestaat met de topfunctionaris, doet daaraan niet af. Voor zover het om bezoldiging voor werkzaamheden gaat die verricht zijn uit hoofde van het (voormalige) dienstverband van de topfunctionaris, ligt het op basis van een redelijke wetsuitleg van de WNT voor de hand dat die bezoldiging op grond van de WNT moet worden verantwoord, ook na de beëindiging van het dienstverband. Dus ook in deze situatie kan er een WNT-verantwoording 2019 moeten worden opgesteld.

    Doordat er in 2019 (in casu) niet gewerkt is door de topfunctionaris en er geen duur van het dienstverband is, zal het individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum in 2019 nul zijn.

    Zowel voor de situatie waarbij de topfunctionaris in dienstbetrekking werkzaam was als ook in de situatie waarin de topfunctionaris niet in dienstbetrekking werkzaam was geldt het volgende. De in 2019 (na)betaalde bezoldiging die niet in boekjaar 2018 kan of mag worden verantwoord en derhalve in 2019 moet worden verantwoord, kan voor de toets aan het bezoldigingsmaximum van de WNT met toepassing van artikel 3, tweede lid, van de Uitvoeringsregeling WNT worden toegerekend aan 2018, zijnde het jaar waarin de werkzaamheden zijn verricht waarvoor de (na)betaling plaatsvindt. Dit kan uitsluitend als er bij  de toetsing van de bezoldiging aan de norm van 2018 nog voldoende ruimte is om de bezoldiging aan 2018 toe te rekenen zonder dat daarbij een onverschuldigde betaling ontstaat.


Deze discussie is gesloten.