Indien
bezoldigingsafspraken zijn gemaakt met een topfunctionaris vóór 01-01-2013, waarbij de bezoldiging hoger is dan de WNT-1-norm
in 2015 het werkgeversdeel pensioenopbouw verlaagd is i.v.m. de invoering van de Wet Witteveen (aftopping pensioenopbouw), waardoor de bezoldiging nog steeds hoger was dan de WNT-1-norm maar lager dan de eerdere bezoldigingsafspraken
in 2016 het werkgeversdeel pensioenopbouw weer verhoogd is t.o.v. 2015 (i.v.m. het verhogen van die Witteveen-aftopping), waardoor de bezoldiging t.o.v. 2015 toeneemt maar nog steeds lager ligt dan de eerdere bezoldigingsafspraken
Waar moet dan rekening mee gehouden worden bij het berekenen van de afbouw vanaf 01-01-2017? Moet/mag gerekend worden met de oorspronkelijk afgesproken bezoldiging, de bezoldiging 2015 of de bezoldiging 2016? En hoe om te gaan met de verhoging van de Witteveen-aftopping per 01-01-2017?