Betreft een topfunctionaris in de zin van de WNT. Deze topfunctionaris is per 1 oktober 2016 herbenoemd voor een periode van 4 jaar. Betrokkene had voor zijn herbenoeming een WNT toetsinkomen van ongeveer € 225.000 tot 1 oktober 2016 met overgangsrecht op basis van de WNT norm van € 230.474 geldend binnen de sector in 2015. Na de herbenoeming per 1 oktober 2016 is het WNT toetsinkomen verlaagd naar € 178.500 (incl. alle WNT onderdelen zoals werkgeveraandeel pensioenpremies). En per 1januari 2017 wordt het WNT toetsinkomen € 180.500. Geldende WNT norm: € 179.000 in 2016/in 2017 € 181.000. Een en ander conform de WNT regelgeving. Dus alle afspraken blijven beneden de geldende WNT norm. Echter als het gaat om de vakantieopbouw (een maandelijkse reservering, die loopt van juni 2016 tot mei 2017) doet zich het volgende praktische probleem voor, omdat deze niet maandelijks maar 1x per jaar in mei 2017 zal worden uitbetaald.
Vakantieopbouw:
- Opbouw juni 2016 t/m september 2016: 4 maanden x 8 % van oude salaris
- Opbouw oktober 2016 t/m mei 2017: 8 maanden x 8% van het nieuwe salaris
Omdat de oude vakantieopbouw € 190 bruto per maand hoger was, dreigt nu een WNT overschrijding in 2017 (4x € 190) van € 760 - € 500 (= ruimte tussen € 181.000 en € 180.500) = € 260.
Vraag:
Is voorzien in dit praktisch probleem en wordt dit toegestaan of dient het WNT inkomen van deze topfunctionaris met bijvoorbeeld € 265 in mei 2017 te worden verlaagd, zodat het totale toetsinkomen voor het jaar 2017 beneden de € 181.000 blijft?
De WNT normering is een totaalbedrag van diverse componenten, ontvangen in het betreffende jaar. In dit geval is het raadzaam één van de componenten te verlagen om binnen de normering te blijven.