Op grond van artikel 10a Beleidsregels Wnt is het mogelijk om binnen de grenzen van de Wnt de arbeidsovereenkomst of ambtelijke aanstelling over te laten nemen door een mobiliteitsbureau. De financiële grenzen die daarvoor zijn aangegeven bestaan uit: "de aanspraken die in totaliteit zouden bestaan bij onvrijwillige beëindiging van het dienstverband. Kortom: de uitkeringsaanspraken voortvloeiend uit wet, cao en of rechtspositieregeling.
Mijn vraag is nu de volgende: moet onder dat laatste criterium naast de kosten van de wettelijke- en de bovenwettelijke werkloosheidsuitkering ook de werkgeverslasten verband houdende met de uitkering worden begrepen?
Vriendelijke groet,
J. van Zanten
Geachte mevrouw, heer,
Dank voor uw reactie. De link waarnaar u verwijst beantwoordt de vraag echter niet. De vraag is of ook de werkgeverslasten, sociaal of anderszins, moeten worden meegenomen in de berekening, of juist daar niet in worden betrokken.
Het is voor BZK niet mogelijk om te beoordelen of de door u genoemde
lasten moeten worden meegenomen in de berekening van de uitkeringen aan een
mobiliteitsbureau zoals genoemd in artikel 10a Beleidsregels WNT. Het is aan de
instelling (wellicht in overleg met de accountant) om te beoordelen of deze
lasten vallen onder uitkeringen in de vorm van betalingen aan een
mobiliteitsbureau én dat deze uitkeringen niet hoger zijn dan de aanspraken die
zouden bestaan bij onvrijwillig ontslag (het gaat hierbij om de aanspraken die rechtstreeks,
dwingend en eenduidig voortvloeien uit een wettelijk voorschrift, cao en of andere
collectieve regeling).