Tijdens de afbouwfase van het overgangsrecht is verdere verhoging van de bezoldiging niet toegestaan. Zie artikel 7.3, achtste lid, vijfde volzin, WNT en deze Q&A op de website topinkomens.nl: https://www.topinkomens.nl/vraag-antwoord/vraag-en-antwoord/mag-de-bezoldiging-in-de-periode-van-afbouw-nog-worden-geindexeerd-of-verhoogd. Vrijwillige (verdere) verlaging is wel toegestaan, deze doet niet af aan de toepasselijkheid van het overgangsrecht. Zie artikel 11, zesde lid, Beleidsregels WNT 2020 en deze Q&A: https://www.topinkomens.nl/vraag-antwoord/vraag-en-antwoord/welke-gevolgen-heeft-een-vrijwillige-verlaging-van-de-bezoldiging-bij-toepassing-van-het-overgangsrecht.
Extra verlofuren inkopen in ruil voor minder salaris is toegestaan en heeft voor de WNT geen gevolgen voor de deeltijdfactor, voor zover deze uitruilmogelijkheid rechtstreeks, dwingend en eenduidig voortvloeit uit een algemene bepaling van een cao, een andere met vakbonden overeengekomen collectieve regeling of een wettelijk voorschrift. Indien het echter om een individuele afspraak gaat, kan die wel gevolgen voor de deeltijdfactor hebben en dus voor de hoogte van het individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum. Dat kan dan tot een lagere deeltijdfactor leiden en dus tot verlaging van genoemd bezoldigingsmaximum. Voor meer informatie kunt u deze Q&A op de website raadplegen: https://www.topinkomens.nl/vraag-antwoord/vraag-en-antwoord/hoe-wordt-de-deeltijdfactor-voor-een-topfunctionaris-in-dienstbetrekking-bepaald.
Aanpassing van de deeltijdfactor heeft op zich geen gevolgen voor de toepasselijkheid van het overgangsrecht (het is anders gezegd geen wijziging van de bezoldigingsafspraken die tot verval van het overgangsrecht leidt). Zie artikel 11a, tweede lid, tweede volzin, Beleidsregels WNT 2020.