Een directeur (topfunctionaris) treedt per 1 augustus 2020 terug naar een functie als niet-topfunctionaris bij dezelfde stichting.
a. de directeur is aangetreden per 1.1.2016 als topfunctionaris (directeur).
b. de arbeidsovereenkomst is sinds 1.1.2016 voor onbepaalde tijd van toepassing (van een tussentijdse verlenging of aanpassing is derhalve geen sprake) en de directeur was gedurende gehele periode 1.1.2016 tm 1.8.2020 aansluitend topfunctionaris.
c. aansluitend op 1.8.2020 is de voormalig directeur in een functie getreden als niet topfunctionaris.
Dient het bovenstaande volgens de vraag en antwoordrubriek:
https://www.topinkomens.nl/vraag-antwoord/vraag-en-antwoord/is-de-wnt-nog-van-toepassing-nadat-een-functionaris-zijn-functie-als-topfunctionaris-heeft-neergelegd
te worden geïnterpreteerd dat in de wnt verantwoording 2020 onderdeel 1a vanaf 1.8.2020 deze functionaris niet meer hoeft te worden vermeld? En deze functionaris vanaf 1.8.2020 niet meer aan de wnt normering is gebonden ?
U stelt een vraag over de toepassing van artikel 1.1,
onderdeel b, sub 6°, WNT.
Op grond van die bepaling wordt een topfunctionaris die na de beëindiging van
zijn functie als topfunctionaris een dienstverband behoudt bij dezelfde
WNT-instelling in een functie als niet-topfunctionaris, onder voorwaarden, nog
vier jaar aangemerkt en genormeerd als topfunctionaris. Dit wordt uitgelegd in
de door u genoemde Q&A, alsook in artikel 4a Beleidsregels WNT 2020. Daarin
worden drie voorwaarden genoemd waaraan moet zijn voldaan om deze bepaling van
toepassing te laten zijn, namelijk de volgende:
1.
De functie als topfunctionaris is:
- op of na 1 januari 2018 is ingegaan (formele
startdatum van de functie) of
- vóór 1 januari 2018 is ingegaan (formele
startdatum van de functie) en op of na 1 januari 2018 is verlengd, én
2.
De functionaris heeft de functie als
topfunctionaris voor een periode van ten
minste twaalf kalendermaanden
aaneengesloten vervuld, én
3.
De functionaris behoudt na het neerleggen van
zijn functie als topfunctionaris een
dienstverband bij dezelfde rechtspersoon, in
die zin dat hij een functie als niet-
topfunctionaris vervult, blijft vervullen of
binnen twaalf kalendermaanden na
beëindiging van de functie als topfunctionaris
gaat vervullen.
Voor zover niet aan alle voorwaarden wordt voldaan, is
artikel 1.1, onderdeel b, sub 6°,
WNT niet van toepassing in uw situatie en wordt de functionaris niet meer als
topfunctionaris aangemerkt vanaf 1 augustus 2020.
Volledigheidshalve merken
wij nog op dat voor zover zijn of haar bezoldiging boven het drempelbedrag van
de WNT (zijnde het algemene bezoldigingsmaximum van artikel 2.3 WNT) uitkomt,
deze functionaris wél als niet-topfunctionaris moet worden verantwoord,
namelijk op grond van artikel 4.2 WNT in combinatie met artikel 5a
Uitvoeringsregeling WNT.