Een topfunctionaris is geheel het jaar 2019 in loondienst van een stichting als lid van het College van Bestuur. Deze topfunctionaris is uit dienst getreden per 31 december 2019 bij de stichting.
In 2020, direct aansluitend vanaf 01-01-2020 t/m 31-08-2020, is dezelfde functionaris ingehuurd als lid van het College van Bestuur door de stichting.
Deze
topfunctionaris is in de WNT-verantwoording 2020 opgenomen bij onderdeel "1b.
Leidinggevende topfunctionarissen zonder dienstbetrekking in de periode
kalendermaand 1 t/m 12 in 2020" en niet bij onderdeel "1a. leidinggevende
topfunctionarissen zonder dienstbetrekking vanaf de 13e maand van de
functievervulling 2020".
Hiermee is de topfunctionaris verantwoord in 2020
als zijnde de eerste 12 maanden van de inhuur en is door de stichting geconcludeerd
dat er geen sprake is van een doorlopende bezoldiging/functievervulling met
ingang van 1 januari 2020 (vanaf de 13e maand van de functievervulling in 2020)
als lid van het college van bestuur.
Is dit een juiste verantwoording in de WNT-verantwoording 2020 ? Of moet de topfunctionaris worden gezien als topfunctionaris onderdeel 1a en de daarbij behorende normering van categorie 1a?
BZK doet op het Forum geen uitspraken over concrete casus en
geeft ook geen oordeel over de juistheid en volledigheid van WNT-verantwoordingen.
BZK beperkt zich tot het geven van wetsuitleg.