Werkgever en bestuurder gaan met een beëindigingsovereenkomst uit elkaar. Naast een overeengekomen ontslagvergoeding komen ze overeen dat de bestuurder de eerste drie maanden vrijgesteld wordt van werk. Deze periode moet meegenomen worden in de toets van de maximale ontslagvergoeding van € 75000. Bij de bepaling van de bezoldingsmaximum moet de werkgeversbijdrage pensioenen meegenomen worden in de berekening. Moet deze werkgeversbijdrage over de drie maanden dat de bestuurder is vrijgesteld van werk ook meegenomen worden in de toets aan de maximale ontslagvergoeding?
Het antwoord op uw vraag is ja. Dit volgt uit artikel 2.10, derde lid,
WNT in combinatie met artikel 1.1, onderdeel e, WNT. Ter toelichting: In
artikel 2.10, derde lid, WNT wordt gesproken over bezoldiging (zonder dat aan
dat begrip een van artikel 1.1, onderdeel e, WNT afwijkende betekenis wordt
gegeven). Dit betekent dat de bezoldiging over een periode waarin de
topfunctionaris vooruitlopend op de beëindiging van het dienstverband geen
taken meer vervult als bedoeld in artikel 2.10, derde lid, WNT moet worden
bepaald op de reguliere manier waarop bezoldiging voor de WNT wordt bepaald. Dat
is dus inclusief (o.a.) de in artikel 2, eerste lid, onderdeel q,
Uitvoeringsregeling WNT bedoelde werkgeversbijdrage voor pensioenregelingen. Het
aldus regulier vastgestelde bedrag van de bezoldiging over de periode van
(vrijwillige) non-activiteit geldt vervolgens als uitkering wegens beëindiging
van het dienstverband.