Een vennootschap valt niet onder de WNT en wordt omgezet in een Stichting die wel onder de WNT zal vallen. De bezoldiging van de huidige commissarissen is hoger dan het max cf. de WNT. Zij worden de leden van de RvT. Moeten zij in één keer zakken naar maximaal het max WNT of kan dit geleidelijk. M.a.w. is er overgangsrecht?
Als rechtspersonen anno nu voor het eerst onder de WNT komen
te vallen, zijn er slechts twee situaties waarin WNT-overgangsrecht zou kunnen
gelden, te weten voor zover de WNT van toepassing is geworden vanwege:
- plaatsing op de bijlage bij artikel 1.3, eerste
lid, onderdeel d of e, of 1.4, eerste lid, WNT (alsdan geldt op grond van
artikel 7.3, tweede lid, WNT vier jaar recht op behoud van bezoldiging en drie
jaar recht op afbouw naar de tegen die tijd geldende norm); of
- verlening van subsidie als bedoeld in artikel
1.3, eerste lid, onderdeel c, WNT (alsdan geldt op grond van artikel 7.3,
zevende lid, WNT vier jaar recht op behoud van bezoldiging).
Er is geen algemeen of
bijzonder overgangsrecht voor de situatie waarbij een niet onder de WNT vallende
vennootschap wordt omgezet in een stichting die wel onder de WNT valt. Vanaf
het moment dat de stichting kwalificeert als WNT-instelling vallen de
topfunctionarissen van die WNT instelling onder de bezoldigingsnormering van de
WNT.