Hallo,
Wij hebben een vraag inzake de volgende casus.
Bij een WNT instelling is er sprake van een toezicht houdend orgaan (RvC).
De leden van de RvC zijn aldus toezichthoudende topfunctionarissen welke zijn opgenomen in de verantwoording.
1 lid van de RvC is per 31 december van voorgaand jaar afgetreden en maakt in 2024 aldus geen onderdeel meer uit van het toezichthoudend orgaan. Het betreffende RvC lid heeft in 2024 ook geen andere functie bij de WNT instelling en heeft dus over 2024 ook geen bezoldiging ontvangen van de WNT instelling.
Vraag: dienen in de WNT verantwoording over 2024 onder de vergelijkende cijfers over 2023 (artikel 5 lid 2 Uitvoeringsregeling) ook nog de gegevens van de afgetreden toezichthoudende topfunctionaris te worden opgenomen?
Uw vraag behelst een verzoek om casusbeoordeling. Daar
kan de HelpdeskWNT van het ministerie van BZK niet op ingaan. Wij geven
uitsluitend algemene wetsuitleg over de WNT.
Vergelijkende cijfers over een voorafgaand kalenderjaar hoeven uitsluitend te
worden opgenomen in het financieel verslaggevingsdocument van het kalenderjaar
voor zover er in het kalenderjaar sprake is van de verplichting om de in
artikel 5, eerste lid, Uitvoeringsregeling WNT vermelde gegevens van een
topfunctionaris openbaar te maken, ofwel als sprake is van een topfunctionaris
die in het kalenderjaar moet worden verantwoord. Dat is bepaald in artikel 5,
tweede lid, Uitvoeringsregeling WNT. Dus als er in een kalenderjaar geen
topfunctionaris of bezoldiging van die topfunctionaris hoeft te worden
verantwoord (ook niet van een topfunctionaris zonder topfunctie als bedoeld
in artikel 1.1, onderdeel b, sub 6°, WNT), dan
hoeven er van de betreffende functionaris ook geen vergelijkende cijfers van
het voorafgaande kalenderjaar te worden vermeld in het financieel
verslaggevingsdocument.