Forum uitvoering Wet normering topinkomens

Alle categorieen => Ontslag => Topic gestart door: THJM op dinsdag 26 augustus 2025, 12:00:42

Titel: Toerekening bezoldiging bij ziekte en transitievergoeding
Bericht door: THJM op dinsdag 26 augustus 2025, 12:00:42

Wij proberen artikel 3 van de uitvoeringsregeling WNT goed te begrijpen en hebben daarover een vraag. Ons huidige begrip is als volgt:

  • Volgens lid 1 wordt een component van de bezoldiging toegerekend aan het kalenderjaar waarin deze in de salarisadministratie wordt verwerkt of, als dat niet gebeurt, het jaar waarin de kosten ten laste van het resultaat van de instelling komen.
  • Volgens lid 2 kan je, in afwijking van het eerste lid, voor de toetsing aan het toepasselijke bezoldigingsmaximum, een component die betrekking heeft op een eerder kalenderjaar dan waarin deze in de salarisadministratie wordt verwerkt, ook toerekenen aan het kalenderjaar waarop deze feitelijk betrekking heeft.

 

Onze casus is als volgt.

Een bestuurder wordt in de 2e helft van 2024 ziek Het loon van de bestuurder wordt doorbetaald gedurende de ziekteperiode in 2024 en 2025. In 2025 komt de bestuurder niet meer aan het werk en de bestuurder treedt medio 2025 uit dienst met een vaststellingsovereenkomst inclusief transitievergoeding. Voor de casus mag er vanuit worden gegaan dat de beloning in 2024 en in 2025 (incl. transitievergoeding) blijft binnen de bezoldigingsmaxima volgens de WNT voor de beide jaren.

Echter, op basis van de jaarverslaggeving dient de bezoldiging van 2025 volledig als last te worden genomen in 2024 (en dus het opnemen van een verplichting hiervoor per 31 december 2024 in de balans).

Hoe dient nu de WNT-verantwoording in de jaarrekening over 2024 eruit te zien. Hierbij is het juiste begrip van artikel 3 volgens ons relevant.

 

Op basis van lid 1 van artikel 3 zou de totale last van 2024 worden opgenomen in de bezoldiging van de bestuurder. Maar op basis van lid 2 (in afwijking van lid 1) mag voor de toetsing aan het toepasselijk bezoldigingsmaximum de 2025 component van de bezoldiging aan 2025 worden toegerekend (het kalenderjaar waarop deze betrekking heeft). Graag ontvangen wij een bevestiging of ons begrip van dit artikel correct is.

 

Hoe moet dit vervolgens concreet in de WNT-verantwoording over 2024 worden toegepast?

  • Wordt in de WNT-verantwoording dan de volledige last (2024 en 2025 component) gepresenteerd?
  • Wordt dan vervolgens de 2025 component in mindering gebracht om het bedrag te bepalen dat moet worden vergeleken met het toepasselijk bezoldigingsmaximum in 2024?

 

Indien onze interpretatie onjuist is, hoe moeten wij artikel 3 dan interpreteren en toepassen?

Titel: Re: Toerekening bezoldiging bij ziekte en transitievergoeding
Bericht door: HelpdeskWNT op maandag 01 september 2025, 10:40:50

De Helpdesk WNT van het ministerie van BZK geeft hieronder antwoord op uw vragen in de vorm van algemene wetsuitleg. Wij geven geen casusbeoordelingen af.

Uw vraag gaat over de verantwoording van een overeengekomen "transitievergoeding" en de toepassing van artikel 3 van de Uitvoeringsregeling (toerekening aan een ander kalenderjaar).

In uw casus treedt de bestuurder medio 2025 uit dienst met een vaststellingsovereenkomst inclusief "transitievergoeding". Deze vergoeding valt in beginsel onder de uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband (zie:  artikel 4 van de Uitvoeringsregeling WNT) en niet onder bezoldiging ( zie: artikel 2 van de Uitvoeringsregeling WNT). De wettelijke transitievergoeding is aan de orde bij beëindiging van het dienstverband door opzegging door de werkgever en wordt niet door WNT genormeerd en valt buiten de in de WNT-verantwoording op te nemen uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband. Een in een vaststellingsovereenkomst overeengekomen  "transitievergoeding" vloeit echter niet rechtstreeks dwingend en eenduidig voort uit artikel 7:673 BW en dient derhalve te worden verantwoord in de WNT-verantwoording als uitkering wegens beëindiging van het dienstverband.

Zie hiervoor ook:  https://www.topinkomens.nl/vraag-en-antwoord/einde-dienstverband---ontslagvergoeding/wordt-een-transitievergoeding-beschouwd-als-uitkering-wegens-beeindiging-van-het-dienstverband-ontslagvergoeding-en-door-de-wnt-genormeerd

Artikel 3 van de Uitvoeringsregeling WNT bevat toerekeningregels voor de bezoldiging. Deze toerekening is relevant voor de toetsing aan het toepasselijk bezoldigingsmaximum. Om dit concreet te maken. De afkoop van vakantiedagen kan bijvoorbeeld leiden tot een overschrijding van het toepasselijk maximum terwijl de vakantiedagen in een eerder kalenderjaar zijn opgebouwd. In dat geval mag die bezoldigingscomponent gelet artikel 3, tweede lid, van de Uitvoeringsregeling worden toegerekend aan het jaar waarin de vakantiedagen zijn opgebouwd. Dit is alleen van belang, indien in het jaar van uitbetaling het individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum vanwege deze uitbetaling wordt overschreden en in het jaar waaraan wordt toegerekend nog ruimte is.

Omdat de overeengekomen "transitievergoeding" een uitkering wegens beëindiging van het dienstverband betreft zijn deze regels niet aan de orde. Wel dient bij de verantwoording van uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband de hoofdregel gevolgd te worden dat als er een uitbetaling, bijvoorbeeld door verwerking in de salarisadministratie, heeft plaatsgevonden deze in de verantwoording van dat jaar moet worden opgenomen. Toerekening aan een boekjaar is bij uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband niet aan de orde. Indien er uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband worden betaald verspreid over meerdere jaren, dient de som (het totaal) te worden opgenomen van de in de voorgaande jaren betaalde uitkeringen t/m het betreffende boekjaar en getoetst aan het toepasselijke normbedrag voor uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband. 

Voor meer informatie over de verantwoording van uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband zie: Verantwoordingsmodel WNT 2025 | Topinkomens