WNT van toepassing bij financiering door niet-WNT instelling

Discussie gestart door DDavelaarDDavelaar .
Begonnen op . Geplaatst in categorie: Overig.

Een stichting (onze client) ontvangt haar middelen uit meerdere geldstromen. Geldstroom 1 komt rechtstreeks via een ministerie. Geldstroom 2 komt via een ZBO welke van hetzelfde ministerie als genoemd bij geldstroom 1 haar financiering ontvangt. Uit de jaarrekening van de ZBO van geldstroom 2 is af te leiden dat de ZBO zelf geen WNT-instelling is omdat de bijdrage van het ministerie minder dan 50% van de totale inkomsten uitmaakt.

De geldstromen 1 en 2 tezamen voldoen aan de WNT-criteria (> 500k euro én > 50% van de totale baten). Geldstroom 1 voldoet individueel niet aan de WNT-criteria. Geldstroom 2 voldoet individueel wel aan de WNT-criteria.

De ZBO heeft de client laten weten dat de client niet als WNT-instelling hoeft te worden aangemerkt, omdat de ZBO zelf niet als WNT-instelling aan te merken is en geldstroom 1 niet aan de WNT-criteria voldoet. Geldstroom 2 hoeft volgens de ZBO hierbij niet in ogenschouw te worden genomen. Is dit een correct standpunt? Kan client haar WNT-status bij het ministerie van BZK laten toetsen en zo ja, waar kan client zich daarvoor melden?

Reacties

  • De reactie van HelpdeskWNTHelpdeskWNT .
    Lid van de Redactie Min. BZKArray Reactie geschreven op .

    Er zijn meerdere criteria op basis waarvan een instelling aangemerkt kan worden als WNT-instelling.

    Gezien de in de vraagstelling genoemde WNT-criteria gaan wij bij de beantwoording van deze vraag uit van het zgn. subsidiecriterium zoals gedefinieerd in artikel 1.3 lid 1 onder c WNT. Voorts gaan wij bij de beantwoording van deze vraag er ook vanuit dat de “geldstromen” daadwerkelijk “subsidies” zijn.

    In artikel 1.3 lid 1 onder c WNT wordt niet gezegd dat de subsidies zoals verkregen door een WNT-instelling uitsluitend van 1 subsidieverlener afkomstig moeten zijn.

    Indien er meerdere subsidieverleners zijn en gezamenlijk voldoen de van hen ontvangen subsidies aan de in artikel 1.3 lid 1 onder c WNT genoemde criteria, dan is de instelling die deze subsidies ontvangt een WNT-instelling.

    Tot slot doet het feit dat de betreffende ZBO zelf geen WNT-instelling is niet ter zake voor de vaststelling of de stichting een WNT-instelling is in het kader van artikel 1.3 lid 1 onder c WNT.

    Indien de stichting van mening is een WNT-instelling te zijn, dient zij zich aan te melden bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ministerie van BZK) via bijgaande link https://www.topinkomens.nl/melden/instelling-aan--afmelden/instelling-aanmelden

    Het ministerie van BZK zal daarna beoordelen of de stichting een WNT-instelling is en opgenomen dient te worden in het WNT-register. De stichting ontvangt over de uitkomst van deze beoordeling bericht.

    Daarnaast dient de accountant in het kader van zijn controle van het financieel verslaggevingsdocument van de stichting te toetsen of de stichting een WNT-instelling is.

    Indien de accountant van mening is dat de stichting (reeds meerdere jaren) een WNT-instelling is, maar de stichting heeft (reeds meerdere jaren) geen WNT-verantwoording openbaar maakt in haar financieel verslaggevingsdocument, dan dient de accountant deze overtreding van de stichting te melden aan het ministerie van BZK (ook als de stichting van mening is geen WNT-instelling te zijn). Deze melding dient te gebeuren middels het formulier dat te benaderen is via bijgaande link https://www.topinkomens.nl/melden/accountants.

    Deze melding van de accountant zal dan beoordeeld worden door de toezichthouder. Indien de toezichthouder van mening is dat de stichting een WNT-instelling is, zal zij de stichting laten opnemen in het WNT-register en de stichting verzoeken de overtreding te herstellen.
Deze discussie is gesloten.