Niet gespecificeerde doorbelasting topfunctionaris niet in dienstbetrekking in groepsmaatschappij

Discussie gestart door MJansensMJansens .
Begonnen op . september 2019 aangepast Geplaatst in categorie: Bezoldiging.

Het betreft een groepsmaatschappij met geconsolideerde jaarverantwoording met diverse (5) werkmaatschappijen onderin de boom die ieder onder de WNT vallen. Bovenin zijn diverse holdings, niet WNT-intstellingen. In de praktijk is er 1 persoon die achter de schermen bestuurder is van alle deze vennootschappen. Hij kwalificeert dan ook als topfunctionaris niet in dienstbetrekking voor de WNT-instellingen. 

Bovenin is tussen twee BV’s (Holdings) (partij A en B ) afgesproken dat partij BV A zich bezig zal houden met de management activiteiten van de overige BV's, waaronder dus ook de WNT-instellingen. Als vergoeding is een X percentage van de cumulatieve dekkingsgraad afgesproken, met een maximum van 3 ton per jaar die van partij BV B aan partij BV A wordt betaald voor geleverde diensten. Onder partij BV B zitten weer drie BV’s (niet WNT) (partij BV C, D, en E). Onder  partij BV C hangen de 5 WNT instellingen. Wij zien dat er van partij BV B naar partij BV C en dan ook richting de WNT instellingen kosten in rekening worden gebracht onder de noemer ‘kosten management en beheer’. Dit is a.d.h.v. een percentage zonder specifieke facturen. Ook naar partij BV D en E). Echter zijn deze bedragen hoger en zien ook op vergoeding van andere zaken (in totaal 1 miljoen, waarbij iedere WNT instelling een ander bedrag betaalt) en dit bedrag is niet te herleiden naar een X-percentage dat enkel ziet op de tijd voor het enkel managen van de WNT-instellingen. Met andere woorden de loonkosten voor de topfunctionaris die zijn doorbelast zijn niet inzichtelijk en niet nader gespecificeerd.

 Hoe moet hiermee worden omgegaan en (hoe) moet dit worden herleid om een bezoldiging vast te stellen? Het betreft een topfunctionaris niet in dienstbetrekking bij de WNT-instellingen. Deze afspraken zijn al zo geruime tijd voor in werking treding van de WNT. Klopt het dat dan overgangsrecht geldt waarbij vanaf 2013 t/m 2017 de oude afspraken worden gerespecteerd, daarna 3 jaar de tijd om af te bouwen naar de 130% norm, en dan 2 jaar naar de huidige norm? Moet per specifieke WNT-instelling een maximum worden berekend en verantwoording worden gemaakt? Hoe ver reikt de rol van een accountant hierin. 

Reacties

  • De reactie van HelpdeskWNTHelpdeskWNT .
    Lid van de Redactie Min. BZKArray Reactie geschreven op .

    Voor zover de vraag bedoeld is voor of gericht is op het verkrijgen van een casusbeoordeling: het ministerie van BZK geeft geen casusbeoordeling af, ook niet voor zover die in de vorm van een Forumvraag zijn aangebracht. Daar komt bij dat, als wel een casusbeoordeling zou (kunnen) worden afgegeven, de Forumvraag onvoldoende (concrete) informatie bevat om de casus daadwerkelijk te kunnen beoordelen (zoals informatie over de sector waarin de groep gepositioneerd is, of het algemeen bezoldigingsmaximum dan wel een lager sectoraal maximum van toepassing is, en wat het bezoldigingsmaximum voor de WNT-instellingen is).

    De beantwoording wordt derhalve beperkt tot de vraag enerzijds of per afzonderlijke WNT-instelling aan het toepasselijke bezoldigingsmaximum moet worden getoetst en de WNT-gegevens openbaar gemaakt en verantwoord moeten worden, en anderzijds de rol, betrokkenheid en verantwoordelijkheid van de accountant daarbij is.

    (1) De topfunctionaris is, volgens uw informatie, anders dan op grond van dienstbetrekking werkzaam bij de vijf WNT-instellingen. Voor zover deze functievervulling (en zodoende de bezoldigingsafspraken) al dateert van vóór de inwerkingtreding van de WNT (dus van vóór 1 januari 2013), kan daarop het WNT-overgangsrecht, behorende bij de WNT-1, van toepassing zijn. De vóór die datum gemaakte bezoldigingsafspraken blijven gedurende de behoudperiode van vier jaar behouden, met dien verstande dat wijzigingen in bezoldigingsafspraken tussen 6 december 2011 en 1 januari 2013 niet meetellen voor het overgangsrecht, tenzij deze wijzigingen niet zorgen voor een overschrijding van het in het jaar 2013 geldende WNT-bezoldigingsmaximum. Na afloop van de behoudperiode (per 1 januari 2017) moet de bezoldiging in drie jaar worden afgebouwd naar het bezoldigingsmaximum van de WNT-2 en daarna (vanaf 1 januari 2020) in twee jaar verder afgebouwd, zodat de bezoldiging vanaf 1 januari 2022 op of beneden het dan geldende bezoldigingsmaximum ligt. Zie voor meer informatie over de afbouw: https://www.topinkomens.nl/vraag-antwoord/afbouwschemas-en-rekentool-overgangsrecht

    Onder bezoldiging verstaat de WNT ingeval van functievervulling anders dan op grond van dienstbetrekking: de som van de vergoedingen voor het vervullen van de functie, met uitzondering van de vergoedingen die bij een functievervulling op grond van een dienstbetrekking onbelast zouden zijn, en met uitzondering van de omzetbelasting. Welke componenten daartoe in ieder geval behoren, is omschreven in artikel 2a van de Uitvoeringsregeling WNT. 

    Er is sprake van vijf ‘zuster’ WNT-instellingen. De bezoldiging (d.w.z. de vergoeding voor de ter beschikking stelling van de topfunctionaris door ‘moeder’ BV C) moet per WNT-instelling worden getoetst aan het individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum. Zie ook deze Q&A op de website: https://www.topinkomens.nl/vraag-antwoord/vraag-en-antwoord/hoe-wordt-het-individueel-toepasselijk-bezoldigingsmaximum-bepaald. Dit vereist dat per WNT-instelling wordt bijgehouden en gecontroleerd wat de duur en de omvang van het dienstverband zijn. Voor zover de vijf WNT-instellingen kwalificeren als gelieerde rechtspersonen/instellingen, moet het totaal van de bezoldiging bij deze WNT-instellingen tezamen worden getoetst aan het voor de betreffende WNT-instelling geldend bezoldigingsmaximum dan wel aan een geldend hoger of lager bezoldigingsmaximum (artikel 2.4, 2.5, 2.6 of 2.7 WNT, dan wel artikel 7.3 of 7.3a WNT of artikel 7 Uitvoeringsbesluit WNT).

    In de bestaande wet- en regelgeving van de WNT werkt gelieerdheid (artikel 2.1, vijfde lid, WNT) in beginsel alleen naar beneden en niet naar boven. De bezoldiging bij de BV’s A en B alsook de BV’s D en E is niet relevant in het kader van de WNT, behalve indien sprake is van invloed van betekenis van (een of meer van) de WNT-instellingen op (een of meer van) de overige rechtspersonen in de groep. In het laatstgenoemde geval zou wel sprake kunnen zijn van gelieerdheid voor wat (een of meer van) de andere rechtspersonen betreft en is artikel 2.1, vijfde lid, WNT wel op die rechtspersoon of rechtspersonen van toepassing.

    Openbaarmaking dient plaats te vinden per WNT-instelling. De WNT-gegevens moeten per WNT-instelling uitgesplitst en gespecificeerd zijn. Als er een geconsolideerde jaar­rekening van de groep is, dan mag de openbaarmaking ook in die geconsolideerde jaarrekening plaatsvinden, op voorwaarde dat:

    - wordt aangegeven op welke rechtspersoon of rechtspersonen de verantwoorde WNT-gegevens betrekking hebben, en

    - in de jaarrekening van de betreffende rechtspersoon wordt verwezen naar de geconsolideerde jaarrekening of de enkelvoudige jaarrekening van een van de andere rechtspersonen binnen de groep waarin de WNT-verantwoording is opgenomen.

    Daarnaast moet via internet minstens zeven jaar lang de WNT-verantwoording uitgesplitst per WNT-instelling gepubliceerd worden op een algemeen toegankelijke wijze.

    (2) De accountant controleert de WNT-verantwoording en meldt aan de verantwoordelijke minister als er sprake is van (een vermoeden van) een onverschuldigde betaling (ook als die in een eerder jaar is geconstateerd maar nog niet is terugbetaald) of (een vermoeden van) onvolledige of onjuiste WNT-gegevens.
  • De reactie van MJansensMJansens .
    Reactie geschreven op .
    Dank voor uw reactie. Het gaat er juist om hoe moet in zijn algemeenheid worden omgegaan als een topfunctionaris een dienstbetrekking met een groepsmaatschappij en wordt op basis van een dienstverleningsovereenkomst ter beschikking gesteld van de WNT-instellingen, maar er is geen separate vergoeding voor de vervulling van de topfunctie per instelling afgesproken terwijl feitelijk wel een een X-bedrag wordt doorbelast. Gelieerdheid bij topfunctionaris niet in dienstbetrekking is volgens mij niet relevant. 
  • De reactie van HelpdeskWNTHelpdeskWNT .
    Lid van de Redactie Min. BZKArray Reactie geschreven op .
    Ook als er sprake is van één bedrag dat als vergoeding (bezoldiging) voor alle werkzaamheden als topfunctionaris bij de vijf WNT-instellingen tezamen wordt betaald, zonder nadere toerekening aan individuele WNT-instellingen, dienen de berekening van de bezoldiging van de topfunctionaris én de openbaarmaking van die bezoldiging per topfunctionaris uitgesplitst per WNT-instelling te geschieden, op basis van (werkelijke) duur en omvang van het dienstverband (onder voorwaarden mag dat in de geconsolideerde jaarrekening van de groep plaatsvinden). Per WNT-instelling dient immers per topfunctionaris aan het individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum te worden getoetst. Hoe een en ander berekend en bepaald moet worden, hebben wij in het oorspronkelijke antwoord uitgelegd.
Deze discussie is gesloten.