Toepassing artikel 2.10 lid 4 WNT

Discussie gestart door ERHERH .
Begonnen op . Geplaatst in categorie: Ontslag.

Geachte heer, mevrouw,

Graag zou ik u de volgende vraag voorleggen over hoe om te gaan met de situatie waarbij een topfunctionaris tot de afgesproken einddatum deels een andere niet topfunctie gaat vervullen en deels, op basis van een collectieve regeling, wordt vrijgesteld van werk met behoud van loon.

Concreet is de situatie als volgt:

De topfunctionaris was ruim voor 2018 al topfunctionaris. Er wordt in 2019 afgesproken dat de topfunctie wordt neergelegd per 1 januari 2019 en zal eindigen per 1 september 2022. Per 1 juli 2019 gaat de voormalig topfunctionaris (aantoonbaar) voor 50% van zijn arbeidsomvang daadwerkelijk een andere (niet top)functie vervullen. Voor de overige 50% wordt de topfunctionaris vrijgesteld van werk met behoud van loon. Deze vrijstelling is op basis van een (op de topfunctionaris van toepassing zijnde) vrijwillige regeling in een met vakbonden gesloten collectieve regeling.

Op basis van eerdere berichten van het ministerie geldt de topfunctionaris in casu vanaf 1 januari 2019 voor de 50% dat hij een andere functie is gaan vervullen niet langer als topfunctionaris.  

Vraag is echter hoe omgegaan moet worden met de vrijstelling van werk voor de andere 50% van het dienstverband. De tekst van artikel 2.10 lid 4 WNT doet vermoeden dat deze non-activiteit niet geldt als uitkering wegens beëindiging van het dienstverband ex art. 2.10 lid 3 WNT, omdat de non-activiteit voort komt uit een algemene bepaling van een van toepassing zijnde collectieve regeling die is overeengekomen met verenigingen van werknemers.

In de Memorie van Toelichting bij de Evaluatiewet WNT is echter opgenomen dat artikel 2.10 lid 4 WNT is gebaseerd op artikel 10 Beleidsregels WNT 2016, waarin non-activiteit gedurende een werk naar werk traject was uitgewerkt. Hierin was opgenomen dat indien een traject rechtstreeks, dwingend en eenduidig voortvloeit uit een algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst of wettelijk voorschrift, de bezoldiging gedurende de periode waarop het van werk naar werk-traject betrekking heeft, voor de toepassing van de wet niet als uitkering wegens het beëindiging van een dienstverband maar als bezoldiging wordt aangemerkt. In de Memorie van Toelichting bij de Evaluatiewet WNT is in algemene zin opgenomen dat de eis dat er sprake moet zijn van rechtstreeks, dwingend en eenduidig voortvloeien uit een cao/collectieve regeling/wettelijk voorschrift nog altijd geldt voor artikel 2.10 lid 4 WNT en artikel 4 lid 2 Uitvoeringsregeling WNT.

Kortweg: dient er voor toepassing van artikel 2.10 lid 4 WNT sprake te zijn van rechtstreeks, dwingende en eenduidig uit de ‘cao’ voortvloeiende non-activiteit en is hier ook sprake van als een topfunctionaris kan kiezen om wel of niet van een dergelijke ‘cao’-bepaling gebruik te maken?

Ik hoor graag van u.

Reacties

  • De reactie van HelpdeskWNTHelpdeskWNT .
    Lid van de Redactie Min. BZKArray Reactie geschreven op .

    Het antwoord op uw eerste vraag is ja. Dit volgt uit artikel 4, tweede lid, Uitvoeringsregeling WNT. Daarin is in algemene zin nader bepaald dat tot de uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband in de zin van de WNT niet wordt gerekend de uitkering wegens beëindiging van het dienstverband die voortvloeit uit een algemene bepaling van een collectieve arbeidsovereenkomst of van een van toepassing zijnde collectieve regeling die is overeengekomen met verenigingen van werknemers of ambtenaren die bevoegd zijn afspraken te maken over arbeidsvoorwaarden, of uit een wettelijk voorschrift, doch slechts voor zover de uitkering rechtstreeks, dwingend en eenduidig daaruit voortvloeit. Dit geldt dus ook voor de als uitkering wegens beëindiging van het dienstverband aangemerkte bezoldiging over een periode waarin de topfunctionaris vooruitlopend op de beëindiging van het dienstverband geen taken meer vervult, bedoeld in artikel 2.10, derde lid, WNT én voor de uitzondering daarop, bedoeld in artikel 2.10, vierde lid, WNT.

    Zie ter zake ook deze Q&A’s op de website topinkomens.nl: https://www.topinkomens.nl/vraag-antwoord/vraag-en-antwoord/valt-een-van-werk-naar-werk-traject-onder-de-normering-van-de-uitkering-wegens-beeindiging-van-het-dienstverband-ontslagvergoeding en https://www.topinkomens.nl/vraag-antwoord/vraag-en-antwoord/valt-non-activiteit-gedurende-een-bemiddelingsfase-onder-de-normering-van-de-uitkering-wegens-beeindiging-van-het-dienstverband.

    Het antwoord op uw tweede vraag is ja, voor zover de bedoelde keuzemogelijkheid zelf rechtstreeks, dwingend en eenduidig uit de cao-bepaling voortvloeit. Anders gezegd: het antwoord is ja, áls werknemers (niet-topfunctionarissen) die onder de cao vallen of (andere) topfunctionarissen die wel rechtstreeks onder de cao vallen in plaats van via een schakelbepaling in hun arbeidsovereenkomst, dezelfde keuzemogelijkheid hebben. Het antwoord op uw tweede vraag is nee, voor zover de bedoelde keuzemogelijkheid voortvloeit uit een individuele afspraak bij of krachtens arbeidsovereenkomst.
Deze discussie is gesloten.