vervallen begrip gewezen topfunctionaris
Discussie gestart door
cvk .
Begonnen op
.
Geplaatst in categorie: Topfunctionarissen.
Per 1 januari 2018 vervalt het begrip 'gewezen topfunctionaris' en geldt het volgende: een
topfunctionaris die tenminste twaalf maanden een topfunctie heeft
vervuld en vervolgens een niet-topfunctie gaat vervullen bij dezelfde
instelling blijft nog vier jaar aangemerkt als topfunctionaris. Wat betekent het voorgaande in het geval een topfunctionaris per 1 januari 2018 een niet-topfunctie gaat vervullen en dus tenminste 12 maanden voor 1 januari 2018 een topfunctie heeft vervuld? Is in dat geval overgangsrecht van toepassing?
Deze discussie is gesloten.
Reacties
Zie de volgende Q&A op de website: https://www.topinkomens.nl/vraag-antwoord/vraag-en-antwoord/hoe-werkt-het-overgangsrecht-bij-herbenoemingen. Daar staat o.a.: “Als de arbeidsovereenkomst of aanstelling wordt verlengd of een nieuwe arbeidsovereenkomst of aanstelling wordt aangegaan, vervalt het overgangsrecht, ook als daarin de eerdere afspraken over de bezoldiging of de ontslaguitkering ongewijzigd blijven.” Daarbij maakt het niet uit of betrokkene in die nieuwe aanstelling aangemerkt blijft als topfunctionaris of niet. Het vervallen van het begrip gewezen topfunctionaris bij de Evaluatiewet WNT (en het nog vier jaar lang blijven aanmerken als topfunctionaris indien Artikel 1.1, onderdeel b, onder 6°, WNT van toepassing is) staat daar los van.
Met de Evaluatiewet WNT is het volgende toegevoegd aan het overgangsrecht:
Artikel 7.3b
1. Artikel 1.1, onderdeel b, onder 6°, is niet van toepassing op de functionaris met een dienstverband als topfunctionaris dat is aangegaan voor inwerkingtreding van de Evaluatiewet WNT.
2. Indien een dienstverband waarop dit artikel van toepassing is wordt verlengd, blijft dit artikel na de verlenging buiten verdere toepassing.
In het geschetste voorbeeld heeft de functionaris de topfunctie gedurende tenminste 12 maanden vervuld. Hij was dus vóór 1 juli 2017 al topfunctionaris. Deze functionaris wordt na de functiewijziging op grond van artikel 7.3b lid 1 vanaf 1 januari 2018 NIET meer beschouwd als topfunctionaris en de bezoldiging is ook niet langer genormeerd.
Artikel 7.3b, eerste lid, van de WNT bepaalt dat een topfunctionaris wiens dienstverband op of na 1 januari 2018 (de datum van inwerkingtreding van die bepaling) is aangevangen en minstens 12 maanden heeft geduurd en die daarna bij dezelfde rechtspersoon of instelling een dienstverband behoudt, voor een periode van vier jaar vanaf het tijdstip dat niet langer de functie als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, onder 1 tot en met 5, van de WNT wordt vervuld, blijft worden aangemerkt als topfunctionaris.
Artikel 7.3b, tweede lid, van de WNT bepaalt dat als een dienstverband waarop dat artikel van toepassing is wordt verlengd, dit artikel na de verlenging buiten verdere toepassing blijft.
Dit betekent voor de voorgelegde casus het volgende. De topfunctionaris in deze casus was al vóór 1 januari 2018 in dienst. Artikel 1.1, eerste lid, onder 6, van de WNT geldt derhalve niet voor deze topfunctionaris. Zijn/haar bezoldiging is niet genormeerd maar moet wel openbaar worden gemaakt in het boekjaar 2017 in de hoedanigheid van een gewezen topfunctionaris. Indien zijn/haar dienstverband op enig moment na 1 januari 2018 wordt verlengd, is artikel 1.1, eerste lid, onder 6 van de WNT wel op deze topfunctionaris van toepassing en dan is zijn/haar bezoldiging wel genormeerd en blijft deze ook genormeerd voor een periode van vier jaar, indien de functie van topfunctionaris is vervuld voor een periode van twaalf maanden of langer. Is deze peroon vanaf 1 januari 2018 in dienst als niet-topfunctionaris, dan is zijn/haar bezoldiging niet genormeerd en hoeft deze niet openbaar gemaakt te worden, tenzij deze het WNT-bezoldigingsmaximum te boven gaat.