Toerekenen nabetaling aan ander kalenderjaar
Een WNT-instelling die subsidies ontvangt heeft in 2015 een topfunctionaris in dienst genomen. Aangezien de WNT-instelling nog geen pensioenregeling had, heeft zij geprobeerd de eerdere pensioenregeling van de topfunctionaris te laten doorlopen bij dat desbetreffende pensioenfonds. In afwachting daarvan heeft de WNT-instelling per 2015 voorlopige pensioenpremies (wg en wn deel) ingehouden op het loon van de topfunctionaris. Dit is terug te zien in de salarisadministratie 2015 en 2016, alsmede de jaarrekeningen van 2015 en 2016, waar een reservering is opgenomen. Toen duidelijk werd dat de pensioenregeling niet kon worden overgenomen, heeft de WNT-instelling een nieuwe pensioenregeling moeten afsluiten bij een ander pensioenfonds eind 2016. De WNT-instelling en topfunctionaris wensen het ‘ontstane pensioengat’ te herstellen door de gereserveerde en ingehouden premies aan het pensioenfonds te betalen, echter is dit ook niet mogelijk volgens het pensioenfonds. De enige optie die nu resteert is om de gereserveerde bedragen aan de topfunctionaris uit te betalen, zodat hij dit kan gebruiken om het ontstane pensioengat te herstellen (waarschijnlijk middels een lijfrenteconstructie). Met uitbetaling van het gereserveerde bedrag zal naar verwachting het bezoldigingsmaximum worden overschreden.
Klopt het dat
hier ook sprake is van een nabetaling die kan worden toegerekend aan eerdere
kalenderjaren, in de zin van art 3.2 uitvoeringsregeling WNT? Mij lijkt van
wel, doch zekerheidshalve leg ik de casus in dit forum voor.
Reacties
Uitgaande van de achtergrondinformatie die u schetst, is dit niet van invloed op bovenstaand antwoord. Dat pas medio 2016 duidelijk is geworden dat partijen moesten uitwijken naar een ander pensioenfonds, doet niet af aan het feit dat het recht op nabetaling van de voorlopig ingehouden en gereserveerde pensioenpremies al in 2015 en 2016 was ontstaan. Betreffende bezoldigingscomponenten mogen dus aan kalenderjaren 2015 en 2016 worden toegerekend.