uitvoering WW door APG en WNT

Discussie gestart door RoelandMolRoelandMol .
Begonnen op . Geplaatst in categorie: Ontslag.

Beste heer, mevrouw

 

Een Top-functionaris is ontslagen en met hem is via een vaststellingsovereenkomst een regeling getroffen. Naast een ontslagvergoeding en afkoop Bovenwettelijk deel WW voor 30% is met hem geregeld dat zijn WW-uitkering uitbetaald wordt door APG via een Individueel Naastwettelijke regeling (INR). Bij APG is de WW-conforme variant afgenomen.

Een WNT specialist van onze accountant komt echter tot de conclusie dat wij door uitvoering van een Individuele naastwettelijke regeling bij en door APG boven de WNT-norm uitkomen. Deze INR ziet er toe dat de WW inclusief geldende pensioenopbouw wordt uitbetaald. Een uit de CAO/CAR/UWO/wettelijk voorvloeiende pensioenopbouw bij WW. Zie onderstaand artikel 5.4 van pensionreglement. 50% pensioen opbouw. Bij de INR wordt dit vervolgens verdeeld door 35% als ex-werkgever te betalen en betrokken zelf 15%.

 

Ik zou graag willen aantonen dat deze 35% niet voortvloeit uit de ontslagvergoeding, maar dat dit voortvloeit vanuit de WW aanspraken die betrokkene geniet. En dus niet meetelt in de WNT-norm.

Ben benieuwd naar jullie mening als Helpdesk WNT. Kunnen wij het standpunt van de accountant doen wijzigen?

 

Is het mogelijk om deze week nog een reactie te krijgen, gezien de vaststelling van de jaarrekening en mogelijke melding vanuit accountant.

 

mvg. Roeland

 

Pensioenreglement

Artikel 5.4 Pensioengeldige tijd bij werkloosheidsuitkering

1. De tijd gedurende welke de deelnemer recht heeft op een werkloosheidsuitkering telt voor de helft mee.

2. De tijd bedoeld in het 1e lid wordt vermenigvuldigd met de deeltijdfactor zoals vastgesteld in artikel 1.3 lid 4.

Reacties

  • De reactie van HelpdeskWNTHelpdeskWNT .
    Lid van de Redactie Min. BZKArray Reactie geschreven op .

    Alleen voor zover de uitbetaling van de “WW” door APG via een (WW-conforme) “Individueel Naastwettelijke Regeling” (inclusief de daarin opgenomen of daaraan verbonden betaling van een werkgeversbijdrage aan de voortzetting van de pensioenopbouw) rechtstreeks, dwingend en eenduidig voortvloeit uit een wettelijk voorschrift of uit een algemene bepaling van een collectieve arbeidsovereenkomst of een andere collectieve, met vakbonden overeengekomen regeling,  geldt die uitbetaling niet als uitkering wegens beëindiging van het dienstverband in de zin van de WNT. Zie artikel 4, tweede lid, van de Uitvoeringsregeling WNT. Op basis van de beschikbare informatie kunnen wij niet beoordelen of daarvan in dit geval sprake is.
    Wat de voortzetting van de pensioenopbouw tijdens werkloosheid betreft, merken wij volledigheidshalve nog het volgende op: gelet op artikel 5.4 van het pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP in combinatie met artikel 1.6 van dat pensioenreglement, vloeit de voortzetting van de pensioenopbouw alleen rechtstreeks, dwingend en eenduidig uit die bepaling(en) voort indien sprake is van een uitkering op grond van de WW dan wel een uitkering in aanvulling of in aansluiting op een uitkering op grond van de WW. Een WW-vervangende, naastwettelijke uitkering geldt niet als werkloosheidsuitkering in de zin van dat pensioenreglement.

  • De reactie van RoelandMolRoelandMol . P&O
    Reactie geschreven op .

    Beste heer, mevrouw,

    Bedankt voor het antwoord. Dit is precies de kern waar het omgaat en helaas de onduidelijkheid blijft bestaan.

    De INR door APG is enkel een vervangende regeling ter uitvoering. Het recht en voortvloeisel uit de rechtspositie na ontslag op de WW geldt. Er is dus een WW-aanspraak met daarbij normalerwijze een stukje pensioenopbouw gekoppeld aan de WW-uitkering, dus geen naastwettelijke uitkering of WW-vervangende regeling, maar enkel andere partij ter uitvoering volledig gebaseerd op de WW-aanspraken/rechten. De WW-conforme variant.

    Wat heeft u nog extra nodig om op basis daarvan een volledige beoordeling te kunnen laten plaatsvinden?

    Hoor graag van u.

    Dank alvast!

    Mvg Roeland

  • De reactie van HelpdeskWNTHelpdeskWNT .
    Lid van de Redactie Min. BZKArray Reactie geschreven op .

    Voor zover de INR uit uw casus rechtstreeks, dwingend en eenduidig voortvloeit uit een algemene bepaling van een cao, een collectieve regeling of een ambtelijke rechtspositieregeling of ander wettelijk voorschrift, geldt deze niet als uitkering wegens beëindiging van het dienstverband als bedoeld in artikel 2.10, eerste lid, van de WNT.
    De vraag is dus of er in uw casus een dergelijke algemene bepaling aan te wijzen is. Een voorbeeld van een dergelijke bepaling is de werkloosheids- of ontslaguitkering op basis van een zogenaamd ontslag op andere gronden als bedoeld in bijvoorbeeld artikel 99 van het ARAR (rijksambtenaren) of artikel 8.8 van het CAR/UWO (gemeenteambtenaren). Genoemde bepalingen geven bij een ontslag op andere gronden recht op een uitkering die tenminste gelijk is aan de uitkering op grond van de WW en de bovenwettelijke WW-uitkering in aanvulling of in aansluiting op de uitkering op grond van de WW tezamen. Voor zover de INR in uw casus op een van deze bepalingen is gebaseerd maar wat hoogte of duur betreft uitgaat boven de hoogte en duur die zouden hebben gegolden op grond van de WW en de bovenwettelijke WW-regeling in het geval van een regulier ontslag, geldt de INR voor dat meerdere als uitkering wegens beëindiging van het dienstverband als bedoeld in artikel 2.10, eerste lid, van de WNT. 

    Indien dit uw vragen niet voldoende beantwoord, kunt u uw casus laten beoordelen door de Eenheid toezicht WNT van het ministerie van BZK. Op de website vindt u https://www.topinkomens.nl/vraag-antwoord/voorlopig-oordeel informatie over het aanvragen van een casusbeoordeling.
Deze discussie is gesloten.