Onvrijwillige non-activiteit
Beste heer/mevrouw,
Bij de controle op de maximale uitkeringen wegens beëindiging dienstverband is vastgesteld dat de instelling gebruik maakt gemaakt van de vrijstelling 'onvrijwillige non-activiteit' (beleidsregels WNT 2019 - artikel 10). In de huidige berekening wordt de bezoldiging (salaris) in de periode (1 december 2018 t/m 1 april 2019), waar de topfunctionaris geen taken meer vervuld voor de instelling, niet toegerekend als uitkering beëindiging dienstverband.
Dit staat haaks op artikel 4. van de uitvoeringsregeling WNT en vergt (in onze ogen) nadere toetsing.
In artikel 10 (beleidsregels WNT 2019) worden de volgende voorwaarden beschreven:
a. de non-activiteit is eenzijdig door de werkgever opgelegd;
b. de topfunctionaris heeft uitdrukkelijk en aantoonbaar niet met de non-activiteit ingestemd, enerzijds doordat de topfunctionaris daartegen heeft geprotesteerd en anderzijds doordat de topfunctionaris zich bereid heeft verklaard tot en beschikbaar heeft gesteld voor het verrichten van zijn of haar arbeid, en
c. de periode van non-activiteit niet langer duurt dan noodzakelijk voor partijen om afspraken te maken en besluiten te nemen over de beëindiging, dan wel voortzetting van het dienstverband, waarbij een periode van drie maanden (die eenmaal, gemotiveerd, met drie maanden kan worden verlengd) in het algemeen als voldoende wordt beschouwd voor partijen om uit een impasse te komen.
Vraagstelling:
Welke werkzaamheden dient de accountant uit te voeren om vast te stellen dat voldaan wordt aan artikel 10 uit de beleidsregels WNT 2019. Staan deze werkzaamheden bijvoorbeeld opgenomen in het controleprotocol WNT 2018?
Welke controle informatie en of documentatie is hierbij benodigd?
Reacties
De door de accountant te verrichten werkzaamheden alsmede de daarbij te hanteren diepgang zijn beschreven in het controleprotocol. Zie de paragrafen 2.2 (basiswerkzaamheden) en 2.3 (aanvullende werkzaamheden) van het Controleprotocol WNT 2018.
In het kader van aanvullende werkzaamheden zou de accountant bijvoorbeeld partijen kunnen vragen om aan de hand van of op basis van hun onderlinge correspondentie, gespreksverslagen, en notulen of besluitenlijsten van vergaderingen van het bestuur aan te tonen dat voldaan wordt aan de voorwaarden om onvrijwillige non-activiteit aan te nemen. Ook kan de accountant vragen of er een vaststellingsovereenkomst is (dit is een indicatie dat er geen sprake is van eenzijdig opgelegde non-activiteit). Of dergelijke aanvullende werkzaamheden moeten worden verricht en, zo ja, welke stukken in dat verband kunnen of moeten worden opgevraagd, is ter beoordeling van de accountant.