Werkgeverspremie inkoop voorwaardelijk pensioen
In voorgaande jaren hebben wij de werkgeverspremie voor inkoop voorwaardelijk pensioen niet als bezoldiging meegerekend voor de WNT-verantwoording. Op dit forum staat de discussie ‘Telt VPL-premie mee voor de bezoldiging?’ van februari 2018. Hier is geantwoord dat de VPL-premie in alle gevallen tot de bezoldiging moet worden gerekend en dat fouten in het eerstvolgende financieel verslaggevingsdocument moeten worden gecorrigeerd en toegelicht.
Na dit antwoord heeft de rechtbank Midden-Nederland op 31 augustus 2018 geoordeeld dat de werkgeverspremie voor overgangsrecht VPL alleen bezoldiging in de zin van de WNT is, indien een topfunctionaris daadwerkelijk aanspraak maakt op overgangsrecht. (ECLI:NL:RBMNE:2018:3869)
Ik neem aan dat door deze uitspraak de herstelactie niet langer nodig is, mits de betreffende topfunctionarissen geen gebruik kunnen maken van het overgangsrecht. De bezoldiging is immers correct volgens de interpretatie die de rechtbank hieraan heeft gegeven.
Artikel 2, lid 1, onderdelen q en r, van de uitvoeringsregeling WNT is per 01-01-2019 aangepast. Ik maak hieruit op dat de werkgeverspremie voor inkoop voorwaardelijk pensioen pas vanaf 2019 in alle gevallen meegerekend moet worden voor de bezoldiging.
Volgens staat in de Regeling Controleprotocol WNT 2018 onder paragraaf 2.2.3, onderdeel c, punt 16, dat de werkgeverspremie voor inkoop voorwaardelijk pensioen wel onderdeel is van de bezoldiging, ook wanneer hierop geen aanspraak kan worden gemaakt door de functionaris.
Het controleprotocol geeft een andere uitleg dan de rechtbank over artikel 2, lid 1, onderdelen q en r, van de uitvoeringsregeling WNT zoals deze in 2018 geldig was. Nu is de vraag welke interpretatie bij de verantwoording WNT over 2018 moet worden gehanteerd.
Reacties