anticumulatie

Discussie gestart door rpcoopsrpcoops .
Begonnen op . Geplaatst in categorie: Topfunctionarissen.

Wij als gemeenschappelijke regeling hebben een Dagelijks Bestuur en een Algemeen Bestuur, welke tevens eigenaar zijn. De leden van het DB en AB (zijn 21 stuks) zijn allen wethouder dan wel gedeputeerde. Allen vallen zij normaal gesproken onder het kopje 1d. Topfunctionarissen met een bezoldiging van € 1.700 of minder .

Per 1 januari 2018 treedt de zogenoemde anticumulatiebepaling in werking.

 Quote nieuwsbrief Wet normering topinkomens – normenkader 2019 d.d. 10-12-2018, punt 2 aandachtstreepje 3 (pagina 2 van 3):

“Als een topfunctionaris bij verschillende WNT-instellingen een dienstbetrekking heeft als leidinggevend topfunctionaris en een van de dienstbetrekkingen dateert op of na 1 januari 2018. In dat geval dienen alle WNT-instellingen waar de leidinggevende topfunctionaris een dienstbetrekking heeft ook de overige WNT instellingen in de WNT verantwoording te vermelden. “


Nu staat bij er in de WNT verantwoording invulschema onder 1e het volgende onder de toelichting:

Deze opgave hoeft alleen te worden gedaan als een topfunctionaris met verschillende WNT-instellingen een dienstbetrekking aangaat als topfunctionaris niet zijnde een toezichthoudende topfunctionaris. Indien een topfunctionaris, niet zijnde een toezichthoudende topfunctionaris, een dienstbetrekking heeft bij meerdere WNT-plichtige instelling(en) als topfunctionaris, niet zijnde een toezichthoudende topfunctionaris, dient hij iedere WNT-instelling waarbij hij een dienstbetrekking heeft te informeren over de overige WNT-instellingen waar bij hij een dienstbetrekking heeft, zodat dit door de WNT-instellingen openbaar kan worden gemaakt. Deze meldplicht geldt alleen voor de topfunctionaris als hij minstens een van deze dienstbetrekkingen is aangegaan op of na 1-1-2018. Hieruit volgt dat ook de openbaarmakingsplicht voor de betreffende instellingen op grond van artikel 5, eerste lid, onderdeel j, Uitvoeringsregeling WNT uitsluitend in deze gevallen geldt, zij moeten immers geïnformeerd worden door de topfunctionaris. In een dergelijk geval dienen alle WNT-instellingen de namen van de overige WNT-instellingen waar de topfunctionaris een dienstbetrekking heeft openbaar te maken met dien verstande dat een WNT-instelling met een topfunctionaris in dienstbetrekking met een bezoldiging van € 1.700 of minder de verplichting om dit tabelonderdeel op te nemen niet heeft.   Indien van toepassing dient dit tabel onderdeel dus alleen te worden gebruikt in aanvulling op tabel 1a.

  1e. In het geval een topfunctionaris, niet zijnde een toezichthoudende topfunctionaris, op of na 1-1-2018 met een WNT-instelling een dienstbetrekking aangaat en hij/zij bij andere WNT-instellingen reeds een dienstbetrekking heeft als topfunctionaris, niet zijnde een toezichthoudende topfunctionaris, zijn bepaalde of alle onderdelen van onderstaande tabel van toepassing. Indien van toepassing kan het betreffende tabelonderdeel dienen als aanvulling op tabel 1a of 1d.


Ik zou graag bevestiging willen hebben op mijn interpretatie:

Is het nu zo dat onze AB c.q. DB leden (ook die op of na 1-1-2018) die een bezoldiging hebben lager dan EUR 1.700 alleen in 1d hoeven worden opgenomen in de WNT verantwoording en niet in 1e hoeven worden opgenomen? (Net als in 2017)

 

Reacties

  • De reactie van HelpdeskWNTHelpdeskWNT .
    Lid van de Redactie Min. BZKArray Reactie geschreven op .
     

    Indien er bij een WNT-instelling sprake is van topfunctionarissen met een bezoldiging van € 1.700 of minder dan hoeft deze WNT-instelling niet de namen van de overige WNT-instellingen waarmee hij/zij een leidinggevende dienstbetrekking heeft op te nemen in de WNT-verantwoording. Het klopt dat deze topfunctionarissen alleen moeten worden opgenomen in tabel 1d.

    Let op: De topfunctionaris dient wel alle WNT-instellingen waar hij/zij een dienstbetrekking heeft te informeren over zijn/haar meest recente bezoldigingsafspraken met de overige WNT-instellingen waarbij hij/zij een dienstbetrekking heeft alsmede de datum waarop deze afspraken zijn overeengekomen. Zo kan de correcte totale bezoldiging worden berekend en worden voldaan aan de eisen van de anticumulatiebepaling (artikel 1.6a WNT). Mocht er door de cumulatie sprake zijn van een onverschuldigde betaling, dan dient dit wel openbaargemaakt te worden in aanvulling op tabel 1d.




Deze discussie is gesloten.