Vergoeding juridische kosten
Discussie gestart door
Elbert .
Begonnen op
.
Geplaatst in categorie: Bezoldiging.
Een vergoeding voor juridische kosten wordt niet meegeteld bij de berekening van een beëindigingsvergoeding maar als bezoldiging aangemerkt. In onderhavige casus is sprake van een substantieel bedrag aan juridische kosten. Deze kosten zijn voor het overgrote deel vóór 2019 gemaakt, ook de onderhandelingen over het vergoeden door de WNT-instelling van deze kosten dateren van voor 2019. Als partijen in 2019 tot overeenstemming over de beëindiging van het dienstverband en daarmee ook over de vergoeding van deze kosten, moeten deze kosten dan als bezoldiging 2018 of 2019 worden aangemerkt?
Deze discussie is gesloten.
Reacties
Zie voor het antwoord op uw vraag deze Q&A op de website: https://www.topinkomens.nl/vraag-antwoord/vraag-en-antwoord/hoe-moet-worden-omgegaan-met-de-toerekening-van-bezoldigingscomponenten-en-geldt-dit-ook-bij-de-afkoop-van-vakantiedagen-aan-een-kalenderjaar. Concreet komt dit erop neer dat de vergoeding voor juridische kosten als bezoldiging over 2019 moet worden aangemerkt, maar bezoldigingscomponenten die in 2018 zijn ontstaan (in die zin dat ze betrekking hebben op de vergoeding voor juridische kosten die in 2018 zijn ontstaan) mogen voor de toets aan het toepasselijke bezoldigingsmaximum aan dat eerdere kalenderjaar worden toegerekend.
Volledigheidshalve merken we nog op dat een vergoeding voor juridische kosten in verband met de beëindiging van een dienstverband die niet tot de uitkering wegens beëindiging van het dienstverband wordt gerekend, alleen tot de bezoldiging wordt gerekend als deze vergoeding bij de topfunctionaris is belast.