Opbouw vakantiedagen tijdens non-activiteit

Discussie gestart door DHADHA .
Begonnen op . Geplaatst in categorie: Ontslag.

In de vaststellingsovereenkomst wordt een topfunctionaris vrijgesteld van werkzaamheden voor een periode van ongeveer 6,5 maand. De totale uitkering over deze periode bedraagt € 75.000. Enkele maanden voor ondertekening van de vaststellingsovereenkomst zijn de resterende vakantiedagen reeds uitbetaald.

Er is echter niet overeengekomen dat aan het einde van deze 6,5 maanden (eind dienstverband) de vakantiedagen worden geacht te zijn opgenomen. Hij bouwt gedurende de periode van non-activiteit vakantiedagen op en krijgt deze bij einde dienstverband uitbetaald.

Dienen deze opgebouwde vakantiedagen te worden gezien als uitkering wegens beëindiging dienstverband of mag men deze aanmerken als reguliere bezoldiging?


Reacties

  • De reactie van HelpdeskWNTHelpdeskWNT .
    Lid van de Redactie Min. BZKArray Reactie geschreven op .

    Op grond van artikel 2.10, derde lid, van de Wet normering topinkomens (WNT) in combinatie met artikel 4, eerste lid, onderdeel d, van de Uitvoeringsregeling WNT wordt de bezoldiging over een periode waarin de topfunctionaris vooruitlopend op de beëindiging van het dienstverband geen taken meer vervult (vrijwillige non-activiteit), aangemerkt als uitkering wegens beëindiging van het dienstverband.

    Op grond van artikel 2, eerste lid, onderdeel i, van de Uitvoeringsregeling WNT wordt de afkoopsom van niet-opgenomen vakantie- of compensatiedagen aangemerkt als bezoldiging. Daarop geldt op grond van het tweede lid, onderdeel i, van die bepaling een uitzondering voor een deel van de afkoopsom.

    De afkoopsom van niet-opgenomen vakantie- of compensatiedagen wordt in het algemeen niet aangemerkt als uitkering wegens beëindiging van het dienstverband, omdat de oorzaak of reden voor deze afkoopsom niet in de beëindiging van het dienstverband is gelegen, maar in het feit dat er bij die gelegenheid nog bezoldiging resteert die in het kader van de afwikkeling van de beëindiging van het dienstverband betaald moet of kan worden.

    Echter, ingeval van vrijwillige non-activiteit als hiervoor bedoeld wordt de bezoldiging over een periode van vrijwillige non-activiteit wel aangemerkt als uitkering wegens beëindiging van het dienstverband. De afkoopsom van de niet-opgenomen vakantiedagen die gedurende de periode van vrijwillige non-activiteit zijn opgebouwd, moet worden beschouwd als bezoldiging over die periode van vrijwillige non-activiteit, en moet derhalve (als uitzondering op de vorengenoemde hoofdregel dat die afkoopsom bezoldiging is) wel worden aangemerkt als uitkering wegens beëindiging van het dienstverband. Die afkoopsom moet derhalve mede in aanmerking worden genomen voor de toets aan de maximale uitkering wegens beëindiging van het dienstverband, bedoeld in artikel 2.10, eerste juncto derde lid, van de WNT.
Deze discussie is gesloten.