In het verleden kon over een Wnt-vraag een voorlopig oordeel worden gevraagd aan BZK. Die procedure nam ongeveer 6 weken in beslag en was vertrouwelijk. Is die mogelijkheid afgeschaft, zo ja wanneer en op grond waarvan?
Lid van de Redactie Min. BZKArrayReactie geschreven op .
Als u met het “voorlopig oordeel” de
casusbeoordeling bedoelt, bestaat er inderdaad sinds begin 2019 niet langer de
mogelijkheid om dit voorlopig oordeel aan het ministerie van BZK te vragen.
Deze mogelijkheid is beëindigd omdat het voorlopige oordeel geen juridische
status had maar in de loop van de tijd door de vraagstellers als een vorm van
pre-toezicht werd gezien. Bij de beantwoording van voorgelegde vragen bleek soms
achteraf, bij onderzoek van de toezichthouder, dat de vraagstelling bij het
verzoek tot een voorlopig oordeel niet compleet en/of juist was of dat er feiten
of omstandigheden naar voren kwamen waardoor de toezichthouder tot een ander oordeel
in de casus kwam. Hierdoor moest BZK enerzijds zo veel disclaimers bij de
beantwoording van de vraag opnemen dat het antwoord nietszeggend werd.
Anderzijds kwam het voorlopig oordeel op gespannen voet met de functie van de
toezichthouder te staan. Dit tezamen heeft ertoe geleid dat BZK een voorlopig
oordeel niet langer wenselijk acht en niet langer mogelijk is.
Reacties