Meerdere WNT-instellingen binnen een (publiekrechtelijke) rechtspersoon
Een aantal gemeenschappelijke regelingen voert verschillende taken uit op grond waarvan – wanneer deze in afzonderlijke privaatrechtelijke rechtspersonen zouden worden uitgevoerd – de WNT van toepassing is. Zo zijn er veiligheidsregio’s of GGD’s die tevens Veilig Thuis-taken uitvoeren en ambulancediensten verlenen (RAV). Ook zijn er gemeenschappelijke regelingen die zich uitsluitend bezighouden met één van de hiervoor genoemde publieke taken.
De vraag is of het zo zou kunnen zijn dat een gemeenschappelijke regeling
meerdere WNT-instellingen bevat en of op die instellingen dan (mogelijk) een
verlaagd maximum van toepassing is?
Meer concreet: als in een veiligheidsregio ook een regionale ambulancevoorziening is opgenomen, waarvan is dan sprake?
- De WNT is alleen van toepassing op de gemeenschappelijke regeling (er is één WNT-instelling) en alleen de bezoldiging van de topfunctionarissen van de gemeenschappelijke regeling als geheel moet worden getoetst aan het algemeen maximum (één WNT-verantwoording). Dat er binnen de gemeenschappelijke regeling een regionale ambulancevoorziening is, is niet relevant omdat dit geen afzonderlijke rechtspersoon is.
- De WNT is van toepassing op de gemeenschappelijke regeling én op de regionale ambulancevoorziening. De bezoldiging van de topfunctionarissen van de gehele instelling (gemeenschappelijke regeling) als geheel moet worden getoetst aan een verlaagd sectoraal maximum (één WNT-verantwoording).
- De WNT is van toepassing op de gemeenschappelijke regeling én op de regionale ambulancevoorziening. Er is binnen de rechtspersoon sprake van twee WNT-instellingen. De bezoldiging van de topfunctionarissen van de gemeenschappelijke regeling moet worden getoetst aan het algemeen maximum en de bezoldiging van de topfunctionarissen van de ambulancevoorziening moet worden getoetst aan het verlaagde sectorale maximum (twee WNT-verantwoordingen).
Reacties
Het juiste antwoord op uw vraag is antwoord nr. 3.
Voor de WNT vormen een bij gemeenschappelijke regeling opgerichte publiekrechtelijke rechtspersoon (te weten een openbaar lichaam of een bedrijfsvoeringsorganisatie) en een regionale ambulancevoorziening (afgekort: RAV) aparte WNT-instellingen. Het gaat ook om aparte rechtspersonen dan wel om aparte door een rechtspersoon in stand gehouden instellingen.
Een bij gemeenschappelijke regeling opgerichte publiekrechtelijke rechtspersoon valt op grond van artikel 1.2, eerste lid, onderdeel h, WNT onder de WNT.
Voor de topfunctionarissen van een bij gemeenschappelijke regeling opgerichte publiekrechtelijke rechtspersoon geldt het regime van het algemene bezoldigingsmaximum van artikel 2.3 WNT.
Een RAV valt, als toegelaten zorginstelling op grond van artikel 5 Wet toelating zorginstellingen, op grond van artikel 1.3, eerste lid, onderdeel d, in combinatie met bijlage 1 (nr. 7 onder het kopje Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) van de WNT onder de WNT.
Voor topfunctionarissen van instellingen in de sector zorg- en welzijn, waaronder RAV’s, gelden de (verlaagde) bezoldigingsmaxima op grond van de Regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen zorg- en welzijnssector, in afwijking van het regime van het algemene bezoldigingsmaximum van artikel 2.3 WNT.