Te hoge bezoldiging
Discussie gestart door
CHoornstra .
Begonnen op
.
Geplaatst in categorie: Bezoldiging.
Bij een WNT-plichtige stichting zijn een interim bestuurder en een commissaris benoemd door de Ondernemingskamer. De vergoeding van deze bestuurder en commissaris die de Ondernemingskamer heeft toegekend liggen ver boven de WNT norm die voor de betreffende stichting van toepassing is. Er is contact geweest met de Ondernemingskamer, maar zij geven aan, dat zij geen ontheffing kunnen verlenen. Hoe dient de stichting hier nu mee om te gaan?
Deze discussie is gesloten.
Reacties
De interim bestuurder en de commissaris kwalificeren als topfunctionarissen van de betreffende WNT-instelling. Dat zij door de Ondernemingskamer zijn benoemd en niet door een bevoegd orgaan van de rechtspersoon doet daaraan niet af.
De Ondernemingskamer is een bijzondere kamer van het gerechtshof Amsterdam (zie artikel 66, eerste en tweede lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie). De uitspraken van de Ondernemingskamer zijn rechterlijke uitspraken. Dit is relevant omdat de WNT een (extra) betekenis toekent aan rechterlijke uitspraken die tot een uitzondering kunnen leiden, zie bijvoorbeeld art. 1.6, tweede lid WNT.
Artikel 357, vierde lid, van Boek 2 van het BW bepaalt dat de Ondernemingskamer aan degenen die zij tijdelijk aanstelt tot bestuurder, commissaris of beheerder van aandelen, een beloning ten laste van de rechtspersoon kan toekennen. Dit betreft een bevoegdheid van de Ondernemingskamer.
De (maximale) hoogte van door de Ondernemingskamer toegekende beloning is niet nader bepaald in het BW. Het is aan de Ondernemingskamer overgelaten om de hoogte van de beloning te bepalen. Voor zover de Ondernemingskamer een beloning toekent, is zij daarbij niet gebonden aan de WNT. Het bezoldigingsmaximum van de WNT is in deze bijzondere situatie niet van toepassing, omdat het niet gaat om een tussen partijen overeengekomen, maar om een door de Ondernemingskamer toegekende beloning. Voor zover de door de Ondernemingskamer toegekende beloning hoger is dan het voor de WNT-instelling geldende bezoldigingsmaximum, is deze beloning annex bezoldiging toegestaan omdat deze uit een op de genoemde bepaling van het BW gebaseerde rechterlijke uitspraak voortvloeit. Dit is echter alleen het geval voor zover er ook daadwerkelijk sprake is van een door de Ondernemingskamer toegekende beloning.
De gegevens van de topfunctionarissen dienen nog steeds te worden openbaargemaakt op grond van artikel 4.1 WNT. In de WNT-verantwoording van de instelling dienen in voorkomend geval zowel de overschrijding van het voor de instelling geldende bezoldigingsmaximum alsook de in bovengenoemde toekenning door de Ondernemingskamer besloten liggende rechtvaardiging voor de overschrijding te worden opgenomen. Zie artikel 5, zesde lid, sub c, van de Uitvoeringsregeling WNT.