Voormalig topfunctionaris (neerleggen van zijn functie)

Discussie gestart door TMeulenTMeulen .
Begonnen op . Geplaatst in categorie: Topfunctionarissen.

Casusbeschrijving:
De directeur-bestuurder was sinds 2010 bestuurder en topfunctionaris voor de WNT sinds de invoering van de WNT. Nu heeft deze deelontslag gekregen in 2021, middels een vaststellingsovereenkomst waarbij de topfunctionaris een andere functie krijgt binnen de organisatie voor 2 dagen in de week. De functie is dus ruimschoots gestart voor 1 januari 2018 en is tussentijds ook niet gewijzigd. Deze wijzigt per 1 januari 2022 in de andere functie bij dezelfde instelling tot aan het pensioen in 2025.

Vraag 1: Zodoende lijkt niet voldaan te worden aan de eis zoals voorgeschreven bij Vraag en Antwoord (Is de WNT nog van toepassing nadat een functionaris zijn functie als topfunctionaris heeft neergelegd?) van artikel 1a 2e bullet (‘vóór 1 januari 2018 is ingegaan en op of na 1 januari 2018 is verlengd’). De overige artikelen zijn wel van toepassing. Moet deze functionaris vanaf 1 januari 2022 nog worden gezien als topfunctionaris voor de WNT en dus worden verantwoord in de jaren 2022 t/m 2025?

Vraag 2: Indien deze functionaris niet meer wordt gezien als topfunctionaris is het de vraag hoe de ontslagvergoeding per 1-1-2022 moet worden verantwoord voor de WNT. Deze wordt namelijk uitbetaald via de salarisadministratie vanaf 1 januari 2022 t/m halverwege 2025. Dus wordt deze ontslagvergoeding dan geacht in de laatste WNT verantwoording over 2021 op te nemen (VSO is getekend in 2021 en dus volledig als last in de jaarrekening 2021 verantwoord)? Zo niet, dan zal deze ontslagvergoeding niet worden verantwoord in de WNT rapportage, als blijkt uit vraag 1 dat de functionaris niet meer gezien wordt als  topfunctionaris voor de WNT.

Reacties

  • De reactie van HelpdeskWNTHelpdeskWNT .
    Lid van de Redactie Min. BZKArray Reactie geschreven op .

    Het antwoord op uw vraag 1 luidt, uitgaande van de juistheid en volledigheid van de door u aangedragen feiten en omstandigheden: nee, betrokkene wordt na het neerleggen van zijn topfunctie niet aangemerkt als topfunctionaris op grond van artikel 1.1, onderdeel b, sub 6°, WNT. Dit, omdat hij niet aan alle in artikel 4a Beleidsregels WNT 2022 vermelde voorwaarden voldoet om als zodanig te worden aangemerkt. Zijn dienstverband is niet aangevangen op of na 1 januari 2018 maar vóór die datum, en dat dienstverband is ook niet op of na 1 januari 2018 verlengd, en zodoende is artikel 4a, eerste lid, onder a, eerste en tweede bullet, Beleidsregels WNT 2022 niet van toepassing.

    Het antwoord op uw vraag 2 luidt, onder hetzelfde voorbehoud als bij vraag 1: een uitkering wegens beëindiging van het dienstverband als topfunctionaris die met de betreffende topfunctionaris is overeengekomen en in enig boekjaar aan betrokkene wordt betaald, moet ook na de beëindiging van dat dienstverband als topfunctionaris worden verantwoord voor de WNT. Dat is geregeld in artikel 5, vijfde lid, Uitvoeringsregeling WNT. Voor de verantwoording van uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband maakt het niet uit of de functionaris in het boekjaar of de boekjaren van betaling van die uitkering nog in dienst is als topfunctionaris of niet. Ook ten aanzien van voormalige topfunctionarissen moeten deze uitkeringen in het boekjaar of de boekjaren van betaling worden verantwoord.
Deze discussie is gesloten.