Dient een nabetaling over 2015 uitbetaald in 2016 te worden toegerekend aan 2016?
In verband met de wet Aftopping Pensioengevend Inkomen vindt er geen opbouw voor het ouderdoms- en nabestaandenpensioen plaats boven de € 100.000 (voor het jaar 2017 ligt deze grens op € 103.317). Dit levert werkgevers een financieel voordeel op doordat minder werkgeversaandeel pensioenpremie wordt afgedragen. Door de werkgevers binnen Academische ziekenhuizen wordt dit financieel voordeel teruggegeven aan de desbetreffende werknemers door ophoging van de salarisschalen. Academische ziekenhuizen hebben hierover in de cao overeenstemming bereikt. Werkgevers binnen onze sector wensen tot een soortgelijks cao afspraak te komen. Zover is het echter nog niet, wel wordt verwacht dat hierover in 2017 een structurele afspraak in de cao zal worden opgenomen.
Echter voor de jaren 2015 en 2016 hebben de werkgevers eenzijdig het besluit genomen om het financieel voordeel (besparing van het werkgeversaandeel in de pensioenpremie) in 2016 terug te geven aan de desbetreffende werknemers in de vorm van een eenmalige toelage. De terugbetaling van het werkgeversaandeel pensioenpremie over 2015 heeft plaatsgevonden in februari 2016. Dit bedrag is echter wel in de jaarrekening ten laste van het jaar (resultaat) 2015 gebracht, doch kon salaristechnisch niet eerder dan in februari 2016 worden verwerkt. De besparing werkgeversaandeel pensioenpremie 2016 is in december 2016 uitbetaald in de vorm van een eenmalige toelage.
Doordat zowel de besparing 2015 als de besparing 2016 in 2016 zijn uitbetaald, leidt dit tot een verhoging van het aantal personen (niet-topfunctionarissen) dat de WNT norm 2016 (€ 179.000) overschrijdt. Met hun reguliere salaris (incl. uitbetaling besparing werkgeversaandeel pensioenpremie) overschrijden zij de norm niet, maar nu deze nabetaling over 2015 heeft plaatsgevonden in 2016 leidt dit tot een ongewenst effect dat de WNT norm 2016 wordt overschreden.
Vraag:
Is het toegestaan dat de nabetaling over 2015 in het kader van de WNT kan en mag worden toegeschreven aan het WNT toetsinkomen 2015, zodat het ongewild effect dat nu ontstaat door beide nabetalingen toe te rekenen aan 2016 komt te vervallen (mede omdat de nabetaling 2015 ook ten laste van het financieel resultaat 2015 is gebracht in de jaarrekening 2015)?
Reacties
De hoofdregel is dat datgene wat via de salarisadministratie wordt uitbetaald, in het jaar van uitbetaling tot het WNT-inkomen wordt gerekend. Bedragen die buiten het salaris om, via crediteuren worden betaald, tellen mee in het boekjaar ten laste waarvan zij gebracht zijn. Zie artikel 3, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling WNT.
Het tweede lid van dat artikel zegt dat in afwijking daarvan "voor de toetsing aan het bezoldigingsmaximum" (dat omvat mijns inziens de toetsing of vermelding ex artikel 4.2 plaats moet vinden) een component die op vorig jaar betrekking heeft, buiten beschouwing kan blijven.
Dat helpt natuurlijk alleen als de toerekening aan 2015 niet alsnog een overschrijding van het maximum in 2015 zelf oplevert. Anders moet een correctie op de opgave van vorig jaar worden gedaan.