Deeltijdfactor topfunctionaris met dienstbetrekking
Discussie gestart door
Anne582 .
Deeltijdfactor topfunctionaris met dienstbetrekking
Een cao biedt naast de wettelijke vakantie uren een persoonlijk levensfase budget van 57 uur. Deze uren kunnen als vakantie worden opgenomen of worden uitbetaald. Stel dat deze keuze mogelijkheid ook aan de topfunctionaris wordt geboden en de topfunctionaris kiest ervoor om de volledige 57 uur vakantie op te nemen. Wordt dit gezien als het aantal uur verlof dat gebruikelijk is bij de WNT instelling op basis van de cao, hetgeen geen invloed heeft op de deeltijdfactor? Of wordt dit gezien als feitelijk minder gewerkte uren dan de overeengekomen omvang, hetgeen tot een lagere deeltijdfactor leidt?
Deze discussie is gesloten.
Reacties
In algemene zin geldt voor de WNT dat voor de vaststelling van het individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum van een topfunctionaris uitgegaan moet worden van de werkelijke omvang of duur van het dienstverband voor zover deze afwijkt van de formeel vastgelegde ofwel overeengekomen omvang of duur van het dienstverband.
Als de topfunctionaris in een kalenderjaar minder uren heeft gewerkt dan de overeengekomen uren, dan moet op grond van artikel 2.1, tweede of derde lid, WNT een correctie plaatsvinden van de omvang dan wel duur van het dienstverband voor de bepaling van het individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum.
Echter, deze correctie vindt niet plaats voor zover het niet verrichten van de werkzaamheden voortvloeit uit of het gevolg is van opgenomen vakantie- of verlofuren waarop de topfunctionaris recht heeft op grond van een op hem/haar rechtstreeks van toepassing zijnde collectieve arbeidsovereenkomst of rechtspositieregeling of op grond van zijn/haar individuele arbeidsovereenkomst of (ambtelijke) aanstelling. Dit betreft in ieder geval de wettelijke en bovenwettelijke vakantie-uren maar ook andere contractueel overeengekomen of rechtspositioneel verankerde verlofuren zoals bijvoorbeeld compensatieverlof en PLB-uren.
Bepalend is dus wat hetzij in de op betrokkene rechtstreeks, dwingend en eenduidig van toepassing zijnde collectieve arbeidsovereenkomst of (ambtelijke) rechtspositieregeling, hetzij in zijn/haar individuele arbeidsovereenkomst formeel is vastgelegd, hetzij wat aantoonbaar als vaststaande praktijk (informeel) op hem/haar wordt toegepast t.a.v. zijn/haar recht op de opbouw en de opname of uitbetaling van PLB-uren.