Aankoop verlof en uitbetaling na beëindiging dienstverband
Ik vraag de hulp naar aanleiding van de volgende casus:
Lid van directie koopt begin van het boekjaar (jaar T) extra verlof, na akkoord van hoogste orgaan.
Inmiddels is bekend dat lid van directie uit dienst gaat in jaar T+1. Lid van directie heeft dan niet genoeg tijd om alle aangekochte uren op te maken. Dit in verband met een goede afwikkeling van zaken bij huidige werkgever.
Ik volg de volgende stappen:
Uitvoeringsregeling WNT, artikel 2, lid 1 i.
Artikel 2: De componenten van de bezoldiging van de functionaris in dienstbetrekking
Lid 1: Ten aanzien van de functionaris in dienstbetrekking wordt, voor zover niet in het tweede lid uitgezonderd, in ieder geval tot de bezoldiging in de zin van de wet gerekend:
Letter i: de afkoopsom van niet-opgenomen vakantie- of
compensatiedagen.
Uiteraard even kijken in lid 2:
Lid 2; Ten aanzien van de functionaris in dienstbetrekking wordt in ieder geval niet tot de bezoldiging in de zin van de wet gerekend.
Letter i: het deel van de in het eerste lid, onderdeel i, bedoelde afkoopsom, voor zover die bij beëindiging van het dienstverband wordt uitbetaald en waarbij de uitbetaling tot overschrijding van het bezoldigingsmaximum leidt, bestaande uit de vakantiedagen:
2e sub die, zonder maximum: (1e is namelijk niet van toepassing artikel 7:’634 BW)
Letter b: niet zijn vervallen omdat de functionaris ze redelijkerwijs, aantoonbaar, niet heeft kunnen opnemen binnen de vervaltermijn
Mijn vraag:
Ik wil de verrekening van de uren graag compliant aan WNT uitvoeren.
Mag ik de aankoop van extra verlof dagen rekenen onder bovenwettelijke verlof?
Of moet ik deze aankoop verlof rekenen onder letter i van het eerste lid?
Persoonlijk loop ik tegen het volgende aan. Indien dit zou mogen, dan zou de WNT-plichtige dus een verdienmodel kunnen creëren, door uren te kopen in jaar T en te verkopen in jaar T+1 (of +2). Dit onder het mom van "kan ze niet opmaken".
Ik hoop dat iemand mij kan helpen?
Bij voorbaat dank!
Reacties
De HelpdeskWNT van BZK geeft geen casusbeoordelingen af en doet geen uitspraken over de toepassing van de WNT in individuele casus. Wij geven op het Forum uitsluitend algemene wetsuitleg.
De aankoopsom voor extra verlofdagen leidt in het betreffende boekjaar in beginsel tot een lagere bezoldiging. Het kopen van extra verlofuren uit of met loon of andere bezoldigingscomponenten geldt namelijk op zich niet als bezoldiging voor de WNT, voor zover deze verlofuren vervolgens in tijd worden opgenomen. Als de aangekochte extra verlofuren echter (in plaats van dat ze worden opgenomen vóór het einde van het dienstverband) op een later moment alsnog worden verkocht voor geld in de vorm van een afkoopsom voor niet-opgenomen verlofuren, dan geldt die afkoopsom op grond van artikel 2, eerste lid, onder i, Uitvoeringsregeling WNT als bezoldiging van de topfunctionaris (minus het eventuele deel dat op grond van het tweede lid, onder i, van die bepaling, onder de daar genoemde voorwaarden en tot het daar genoemde maximum, buiten de bezoldiging mag blijven). Daarbij maakt het voor de kwalificatie als bezoldiging voor de WNT niet uit of het om wettelijke of bovenwettelijke verlofuren gaat, en ook niet of het om toegekende dan wel aangekochte verlofuren gaat. Verlofuren die afgekocht worden, vormen in beginsel altijd bezoldiging. Verlofuren die aangekocht worden, vormen overigens per definitie bovenwettelijke uren en zijn nooit als wettelijke uren te beschouwen, door de manier waarop ze zijn gevormd.
Er zou kunnen worden nagegaan of en, zo ja, in hoeverre de betreffende afkoopsom met toepassing van artikel 3, tweede lid, Uitvoeringsregeling WNT aan eerdere kalenderjaren (waarin nog ruimte in de WNT-norm aanwezig is) zou kunnen worden toegerekend, meer specifiek aan het kalenderjaar waarin deze extra verlofdagen met loon zijn aangekocht en waarin de bezoldiging door die aankoop in principe, mogelijk, is verlaagd. Of dit daadwerkelijk mogelijk is, hangt echter af van de ruimte die er in het betreffende eerdere kalenderjaar nog resteert in de WNT-norm voor dat jaar. Voor zover bijvoorbeeld de verlaging van de bezoldiging door partijen is benut om in datzelfde kalenderjaar extra bezoldiging af te spreken op basis van een andere component (bijvoorbeeld een toeslag of toelage), dan zal die ruimte er in dat kalenderjaar mogelijk niet zijn.
Voor meer informatie over de toerekening van bezoldiging aan eerdere kalenderjaren, zie deze Q&A op de website topinkomens.nl: https://www.topinkomens.nl/vraag-antwoord/vraag-en-antwoord/hoe-moet-worden-omgegaan-met-de-toerekening-van-bezoldigingscomponenten.