Beëindigingsvergoeding ontslag op eigen verzoek

Discussie gestart door thomasjansenthomasjansen .
Begonnen op . februari 2023 aangepast Geplaatst in categorie: Bezoldiging.

Een topfunctionaris heeft op eigen verzoek zijn dienstverband beëindigd. De raad van toezicht heeft besloten een beëindigingsvergoeding uit te keren ter compensatie van een lagere bezoldiging als gevolg van de klasseindeling onderwijs.

Kwalificeert deze uitkering in het geval van ontslag op eigen verzoek van de topfunctionaris als beëindigingsvergoeding of als bezoldigingscomponent volgens artikel 2.1.m (tantièmes, bonussen, winstdeling of andere incidentele (variabele) beloningen) volgens de Regeling bezoldigingscomponenten WNT?

Reacties

  • De reactie van HelpdeskWNTHelpdeskWNT .
    Lid van de Redactie Min. BZKArray Reactie geschreven op .

    Om te kunnen beoordelen of de vergoeding door de Raad van Toezicht (RvT) als beëindigings­vergoeding of als bezoldigingscomponent kwalificeert, zijn enerzijds de reden of grond en anderzijds de aard en de strekking van die vergoeding van belang. Niet doorslaggevend is welke omschrijving partijen er zelf aan geven of hebben gegeven, maar wat de vergoeding naar aard en strekking feitelijk inhoudt. Dat moet door partijen zelf worden beoordeeld op basis van de afspraken, de feiten en de omstandigheden van het geval. De HelpdeskWNT van BZK kan en zal daar geen uitspraak over doen. Wij geven immers geen casusbeoordelingen af. Wij kunnen wel algemene wetsuitleg geven. Wij vertrouwen erop dat u op basis daarvan voldoende geïnformeerd zult zijn.

    Indien de RvT de vergoeding aan de topfunctionaris uitkeert wegens beëindiging van het dienst­verband en de reden of grond voor de toekenning en uitbetaling dus formeel of feitelijk in de beëindiging van het dienstverband en (compensatie van) de daaruit voortvloeiende inkomens­gevolgen voor de topfunctionaris ligt, dan kwalificeert de vergoeding in beginsel als een uitkering wegens beëindiging van het dienstverband. Deze uitkering moet dan worden getoetst aan het maximum van artikel 2.10 WNT. Dit geldt niet alleen bij tussen partijen overeengekomen uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband zoals bedoeld in artikel 4, eerste lid, onder a, Uitvoeringsregeling WNT maar ook bij eenzijdig door de WNT-instelling uit eigen beweging aan of ten behoeve van de topfunctionaris uitbetaalde uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband voor zover deze door de topfunctionaris dan wel door een derde namens of ten behoeve van de topfunctionaris zijn ontvangen en aanvaard. Dit laatste volgt uit de formulering “Betalingen die dat bedrag overschrijden, zijn onverschuldigd betaald” in artikel 1.6, tweede lid, tweede volzin, WNT.

    (Volledigheidshalve merken wij nog op dat het bij ontslag op eigen verzoek van de werknemer niet gebruikelijk is dat er een beëindigingsvergoeding wordt uitgekeerd. In principe bestaat er namelijk geen wettelijk recht op een uitkering wegens beëindiging van het dienstverband indien een werknemer zelf ontslag neemt. Dit is anders bij ontslag door of op initiatief van de werkgever of bij ontslag met wederzijds goedvinden).

    Indien de topfunctionaris naar het oordeel van de RvT recht of aanspraak heeft op uit- of nabetaling van bezoldiging uit hoofde van zijn of haar (tegenwoordige of voormalige) dienst­verband en dat recht of die aanspraak ook aangetoond kan worden met bewijsstukken, dan zou deze vergoeding bezoldiging voor de WNT kunnen vormen (ongeacht de gekozen omschrijving). Het uitbetaalde bedrag zou in dat geval als beloning of vergoeding voor de uitvoering van de aan de topfunctionaris opgedragen taken kunnen worden beschouwd. Voor de kwalificatie als bezoldiging is het uitbetalingsmoment niet doorslaggevend. Ook een na ontslag uitbetaald bedrag  kan als bezoldiging worden aangemerkt, bijvoorbeeld als het een nabetaling betreft van bezoldiging waarop uit hoofde van het dienstverband recht of aanspraak bestond en die nog niet eerder is of kon worden uitbetaald. Denk aan een belastbare onkostenvergoeding die maandelijks achteraf wordt betaald of een salarisverhoging op basis van een met terugwerkende kracht overeengekomen cao.

    Ingeval de vergoeding als bezoldiging zou moeten of kunnen worden aangemerkt, zal de bezoldiging inclusief deze bezoldigingscomponent moeten worden getoetst aan het individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum van betrokkene in het kalenderjaar waarin deze is betaald dan wel het kalenderjaar waarop deze bezoldigingscomponent betrekking heeft (overeenkomstig artikel 3, eerste respectievelijk tweede lid, Uitvoeringsregeling WNT). Als er binnen het individueel toepasselijke maximum in enig kalenderjaar geen of onvoldoende ruimte bestaat en er ook geen rechtvaardigingsgrond bestaat voor de overschrijding van dat maximum (bijvoorbeeld: overgangsrecht WNT), dan is deze bezoldiging geheel of gedeeltelijk onverschuldigd betaald.

    Tot slot nog deze opmerking: de Regeling bezoldigingscomponenten WNT is per 1 januari 2015 ingetrokken en vervangen door de Uitvoeringsregeling WNT. In artikel 2 Uitvoeringsregeling WNT is in het eerste lid opgesomd welke componenten bij functievervulling op grond van dienstbetrekking in ieder geval tot de bezoldiging behoren (waartoe ook de door u genoemde tantième etc. behoort – zie onderdeel d) en in het tweede lid welke componenten in ieder geval niet tot de bezoldiging behoren. De opsomming in deze leden is niet limitatief.
Deze discussie is gesloten.