Voormalig topfunctionaris met nieuwe functie binnen instelling

Discussie gestart door K_KamphuisK_Kamphuis .
Begonnen op . mei 2023 aangepast Geplaatst in categorie: Topfunctionarissen.

Een topfunctionaris is sinds 2014 (in loondienst) werkzaam als bestuurder voor een stichting. Op 1 maart 2022 stopt zijn dienstverband bij de stichting en is hij niet meer werkzaam bij de instelling.

Per 1 november 2022 huurt de stichting de voormalig bestuurder in als projectleider op basis van een overeenkomst van opdracht met de organisatie waarvoor hij nu werkzaam is. Voor de werkzaamheden ontvangen de voormalig topfunctionaris een vergoeding van € 85 per uur.

Is in dit geval artikel 1.1, onderdeel b, sub 6 van de WNT van toepassing? En is hoe moeten de twee functies (met deeltijdfactor en totale bezoldiging) dan worden verantwoord in het verantwoordingsmodel?


Reacties

  • De reactie van HelpdeskWNTHelpdeskWNT .
    Lid van de Redactie Min. BZKArray Reactie geschreven op .

    U legt een casus voor. BZK geeft geen casusbeoordelingen af. BZK geeft uitsluitend algemene wetsuitleg.

    Artikel 1.1, onder b, sub 6° WNT

    In artikel 4a Beleidsregels WNT 2023 is nader verduidelijkt aan welke voorwaarden moet zijn voldaan om artikel 1.1, onder b, sub 6°, WNT van toepassing te laten zijn. Zie ook deze Q&A op de website topinkomens.nl: https://www.topinkomens.nl/vraag-antwoord/vraag-en-antwoord/is-de-wnt-nog-van-toepassing-nadat-een-functionaris-zijn-functie-als-topfunctionaris-heeft-neergelegd.

    Artikel 1.1, onder b, sub 6°, WNT is van toepassing op een functie als topfunctionaris (met of zonder dienstbetrekking) die op of na 1 januari 2018 is aangevangen dan wel die vóór 1 januari 2018 is aangevangen en die op of na die datum is verlengd. Verder moet het gaan om een functie die de topfunctionaris voor een periode van ten minste twaalf kalendermaanden aaneengesloten heeft vervuld. Daarnaast moet ook sprake zijn van het bekleden van een dienstverband bij dezelfde WNT-instelling anders dan een functie als topfunctionaris, welke andere functie is aangevangen binnen twaalf maanden na beëindiging van de functie als topfunctionaris.

    Op basis van de door u aangedragen informatie kunnen wij niet beoordelen of de in 2014 aangevangen functie als topfunctionaris op of na 1 januari 2018 is verlengd. Daarbij kan worden gedacht aan verlenging van een arbeidsovereenkomst of aanstelling voor bepaalde tijd of voor een hernieuwde benoeming in de functie van topfunctionaris. Als geen sprake is van verlenging, dan zal artikel 1.1, onder b, sub 6°, WNT normaal gesproken niet van toepassing (kunnen) zijn. Wij kunnen hier geen uitsluitsel over geven zonder de feiten en omstandigheden van het geval te beoordelen en zoals vermeld doen wij dat niet vooraf.

    Verantwoordingsmodel WNT

    Afgaande op de informatie in uw vraagstelling lijkt het hier te gaan om twee verschillende functies die, voor zover ze moeten worden verantwoord, waarschijnlijk los van elkaar kunnen of moeten worden verantwoord.

    Het op 1 maart 2022 beëindigde dienstverband als topfunctionaris met dienstbetrekking moet worden verantwoord met toepassing van artikel 2.1, eerste lid in combinatie met tweede en derde lid, WNT (tabel 1a verantwoordingsmodel) en, voor zover eventueel sprake is van een uitkering wegens beëindiging van het dienstverband, met toepassing van artikel 2.10 WNT (tabel 2 verantwoordingsmodel).

    Wat de op 1 november 2022 aangevangen, opvolgende functie betreft: afgaande op de informatie in uw vraagstelling betreft dit een functie die anders dan op grond van dienstbetrekking wordt vervuld. U spreekt immers van “inhuur op basis van een overeenkomst van opdracht”.

    Voor zover de op 1 november 2022 aangevangen functie kwalificeert als functie als topfunctionaris zonder dienstbetrekking, moet die functie ook buiten toepassing van artikel 1.1, onder b, sub 6°, WNT worden verantwoord en wel met toepassing van artikel 2.1, vierde lid, WNT in combinatie met artikel 4, eerste en tweede lid, Uitvoeringsbesluit WNT (eerste twaalf kalendermaanden via tabel 1b verantwoordingsmodel, vanaf de dertiende kalendermaand via tabel 1a).

    Voor zover de op 1 november 2022 aangevangen functie niet kwalificeert als functie als topfunctionaris zonder dienstbetrekking, én voor zover artikel 1.1, onder b, sub 6°, WNT niet van toepassing is op die tweede functie (zie de passage hierboven), hoeft deze tweede functie voor de WNT niet te worden verantwoord. De openbaarmakingsplicht van artikel 4.1, eerste lid, WNT geldt dan niet omdat betrokkene in deze tweede functie niet als topfunctionaris blijft aangemerkt, en de openbaarmakingsplicht van artikel 4.1, tweede lid, WNT geldt buiten toepassing van artikel 1.1, onder b, sub 6°, WNT alleen voor een functie als niet-topfunctionaris met dienstbetrekking.
Deze discussie is gesloten.