Leaseauto persoonlijke holding

Discussie gestart door thomasjansenthomasjansen .
Begonnen op . juni 2023 aangepast Geplaatst in categorie: Bezoldiging.

De WNT- instelling betreft een stichting. De stichting heeft een topfunctionaris op de loonlijst staan. Deze topfunctionaris heeft ook een eigen holding waarvan de topfunctionaris de bestuurder is. 

De holding heeft in het verleden een auto aangeschaft en bij de bestuurder wordt in de holding ook bijtelling ingehouden. 

Echter de holding factureert maandelijks aan de stichting een lease-vergoeding voor de afschrijving, brandstof- en verzekeringskosten. Moeten deze maandelijkse vergoedingen betaald door de stichting aan de holding worden meegenomen als bezoldigingscomponent voor de WNT- verantwoording over boekjaar 2022?

Reacties

  • De reactie van HelpdeskWNTHelpdeskWNT .
    Lid van de Redactie Min. BZKArray Reactie geschreven op .

    Allereerst merken wij op dat wij op het Forum geen casusbeoordelingen doen, maar ons beperken tot (algemene) wetsuitleg.

    Volgens de vraagstelling vervult de topfunctionaris zijn of haar functie als topfunctionaris van de WNT-instelling op grond van een dienstbetrekking met die WNT-instelling.

    Voor de bezoldiging dient dan ook in eerste instantie te worden gekeken naar de definitie van bezoldiging in artikel 1.1, onderdeel e, WNT in combinatie met artikel 2, eerste en tweede lid, Uitvoeringsregeling WNT. In dit laatste artikel staat een niet limitatief bedoelde opsomming van componenten die in ieder geval tot de bezoldiging behoren (eerste lid) dan wel in ieder geval niet tot de bezoldiging behoren (tweede lid) bij functievervulling op grond van dienstbetrekking.

    Het gaat om componenten die op grond van een tegenwoordig of vroeger dienstverband worden betaald aan de topfunctionaris of ten behoeve van de topfunctionaris aan een derde. Dit zullen in de regel componenten zijn die aan de topfunctionaris zelf worden betaald of vergoed uit hoofde van de dienstbetrekking, maar is daartoe niet per se beperkt. Er is immers in de WNT of in de Uitvoeringsregeling WNT geen sprake van een limitatieve invulling en opsomming van het begrip bezoldiging. Ook als de WNT-instelling aan bijvoorbeeld een derde een belastbare kostenvergoeding betaalt die de topfunctionaris anders zelf uit zijn of haar loon of salaris had moeten betalen (dus: voor of namens de topfunctionaris), kan sprake zijn van bezoldiging in de zin van de WNT, namelijk voor zover de betaling door de WNT-instelling voortvloeit uit de dienstbetrekking met de topfunctionaris of uit een onderlinge afspraak met die topfunctionaris. Er is dan sprake van een op geld waardeerbaar voordeel dat de topfunctionaris geniet uit hoofde van zijn of haar dienstbetrekking. Om ontwijking of ontduiking van de WNT te voorkomen, kan en moet een dergelijke betaling tot de bezoldiging worden gerekend en dus als onderdeel van de bezoldiging enerzijds aan het individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum worden getoetst en anderzijds openbaar worden gemaakt.

    Uit de vraagstelling maken wij op dat de topfunctionaris voor (zakelijk) vervoer uit hoofde van deze functie gebruik maakt van een leaseauto die door zijn eigen holding is aangeschaft in plaats van door de WNT-instelling. De WNT-instelling betaalt maandelijks wel een vergoeding aan de holding voor de afschrijving, brandstof- en verzekeringskosten van deze leaseauto. Deze vergoeding wordt aan de holding betaalt, niet aan de topfunctionaris in zijn of haar hoedanigheid als topfunctionaris van de WNT-instelling. De vraag is of deze betaling door de WNT-instelling aan de holding kan of moet worden aangemerkt als bezoldiging in de zin van de WNT, in de hiervoor genoemde ruime interpretatie van dat begrip. Wij kunnen die vraag echter niet beantwoorden. Het antwoord daarop hangt namelijk af van de feiten en omstandigheden van het geval, zoals de precieze afspraken die gemaakt zijn tussen de WNT-instelling en de holding, tussen de WNT-instelling en de topfunctionaris, tussen de holding en de topfunctionaris dan wel tussen de drie partijen gezamenlijk over de ter beschikking stelling, het gebruik en de bekostiging van de leaseauto. Dat staat ter beoordeling en controle door de accountant.

    Op grond van artikel 2, eerste lid, onderdeel k, Uitvoeringsregeling WNT behoort daarnaast ook de fiscale bijtelling voor (kort gezegd) een leaseauto of auto van de zaak in beginsel tot de bezoldiging van een topfunctionaris met dienstbetrekking. In dit geval lijkt deze bepaling echter niet van toepassing te zijn, omdat het hier volgens de vraagstelling niet gaat om een door de WNT-instelling (direct of indirect) ter beschikking gestelde leaseauto of auto van de zaak. Het is echter ook niet uitgesloten dat dit toch het geval is. Uit de vraagstelling blijkt dit niet, maar voor zover de WNT-instelling in de vergoeding aan de holding ook compensatie zou geven voor de fiscale bijtelling die bij de holding wordt ingehouden bij de bestuurder (de topfunctionaris in die andere hoedanigheid), dan zou dat wellicht als bezoldiging van de topfunctionaris in de zin van de WNT kunnen worden aangemerkt. Zonder de feiten en omstandigheden van dit geval en in het bijzonder de onderlinge afspraken tussen WNT-instelling, holding en topfunctionaris te kennen, kunnen wij daar echter verder geen sluitende uitspraken over doen. Ook dit staat derhalve ter beoordeling en controle door de accountant.

Deze discussie is gesloten.