Artikel 4a. Beleidsregels WNT 2023 irt artikel 1.1. onderdeel b, onder 6e van de WNT
Een topfunctionaris die overeenkomstig WNT bezoldiging wordt beloond neemt ontslag bij de onderwijsinstelling en treedt als niet-topfunctionaris in dienst van een andere publiekrechtelijke rechtspersoon die eveneens onderhevig is aan de WNT regelgeving (academisch ziekenhuis).
Sinds 1 januari 2018 moeten voormalige topfunctionarissen na beëindiging van de functie topfunctionaris mits het dienstverband bij dezelfde WNT-instelling wordt gecontinueerd nog 48 maanden worden gevolgd en jaarlijks als voormalige topfunctionaris worden getoetst en gerapporteerd in de WNT-rapportage in hun hoedanigheid als niet-topfunctionaris en tevens voormalige topfunctionaris.
De casuïstiek betreft de uitdiensttreding (ontslag) van de topfunctionaris bij de onderwijsinstelling en tegelijkertijd indiensttreding bij een andere WNT-plichtige rechtspersoon (academisch ziekenhuis) als nieuwe niet-topfunctionaris. UMC’s (academische ziekenhuizen) staan op grond van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WhW) mede ten dienste van het wetenschappelijk geneeskundig onderwijs en onderzoek van een onderwijsinstelling. UMC’s (academische ziekenhuizen) geven uitvoering aan deze wettelijke taak door middel van samenwerking met een onderwijsinstelling op het gebied van de studie Geneeskunde. Voor haar activiteiten in het kader van de samenwerking met de onderwijsinstelling verkrijgt het UMC (academisch ziekenhuis) een deel van de rijksbijdrage die de onderwijsinstelling van het ministerie ontvangt voor Geneeskundig onderwijs en onderzoek. Alle medewerkers van het UMC (academisch ziekenhuis) en daarmee ook de medewerkers van de voormalige medische faculteit zijn in dienst van de separate WNT-plichtige rechtspersoon academisch ziekenhuis en uitsluitend de financiering van de voormalige medische faculteit binnen een UMC vindt plaats door de onderwijsinstelling op grond van de WhW.
Vraag:
Moet de voormalige topfunctionaris van de onderwijsinstelling na ontslagdatum en volgtijdige (direct aansluitende) indiensttreding bij de zelfstandige rechtspersoon academisch ziekenhuis als voormalige topfunctionaris mogelijk nog 48 maanden in de WNT-rapportage bij de onderwijsinstelling worden gevolgd? Dit vanwege de financiering van de voormalige medische faculteit binnen het UMC (niet zijnde dezelfde rechtspersoon in instelling als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel b, sub 6 WNT in combinatie met artikelen 1.2 en 1.8 (en bijlage op) van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek).
Of is de volgtermijn van 48 maanden bij de onderwijsinstelling niet van toepassing omdat het feitelijk ontslag van de topfunctionaris bij de onderwijsinstelling met aansluitend een nieuw dienstverband bij de geheel andere WNT-plichtige rechtspersoon academisch ziekenhuis als niet-topfunctionaris volgt. Hierdoor vindt de toetsing voor de WNT-rapportage als niet-topfunctionaris bij het academisch ziekenhuis plaats als nieuwe werkgever en is effectief en feitelijk geen sprake van een volgtermijn van 48 maanden bij de onderwijsinstelling als voormalige werkgever per ontslagdatum.
Immers de voormalige topfunctionaris ontvangt na het ontslag bij de onderwijsinstelling bij het academisch ziekenhuis Loon uit tegenwoordige dienstbetrekking in de zin van de Wet op de loonbelasting 1964 (art. 1.1. onderdeel g, WNT) en valt hiermee rechtspositioneel volledig onder de aansturende verantwoordelijkheid (loon, gezag en arbeid) van de Raad van Bestuur van het academisch ziekenhuis.
Reacties
In uw vraagstelling wordt de functie als topfunctionaris bij een onderwijsinstelling beëindigd en treedt de betrokkene in een functie als niet-topfunctionaris (of met andere woorden: in een functie waarin betrokkene niet kwalificeert als topfunctionaris op grond van artikel 1.1, onder b, sub 1° tot en met 5°, WNT) in dienst bij een andere instelling, een UMC.
Sinds 1 januari 2018 wordt een functionaris, op grond van artikel 1.1, onder b, sub 6°, WNT vanaf de datum waarop deze de functie als topfunctionaris neerlegt nog vier jaar als leidinggevende topfunctionaris genormeerd. Artikel 1.1, onder b, sub 6°, WNT is alleen van toepassing op degene die een functie als bedoeld in artikel 1.1, onder 1° tot en met 5°, WNT voor een periode van ten minste twaalf kalendermaanden heeft vervuld en daarna bij dezelfde rechtspersoon of instelling een dienstverband behoudt.
Ervan uitgaande, op basis van uw vraagstelling, dat de betreffende onderwijsinstelling en het betreffende UMC aparte rechtspersonen of instellingen zijn en dus geen onderdeel zijn van één en dezelfde rechtspersoon of instelling, lijkt artikel 1.1, onder b, sub 6°, WNT niet van toepassing te zijn.
Volledigheidshalve merkt de HelpdeskWNT van BZK op dat de eerstgenoemde functie op of na 1 januari 2018 moet zijn ingegaan of, ingeval van een ingangsdatum vóór 1 januari 2018, op of na 1 januari 2018 zijn verlengd (zie artikel 4a, eerste lid, onder a, Beleidsregels WNT 2023).
Daarnaast merkt de HelpdeskWNT van BZK op dat de wijze waarop en de bronnen waaruit het UMC in het algemeen en de functie van betrokkene in het bijzonder wordt gefinancierd, voor de toepassing van deze bepaling niet relevant is.
Afgaande op de informatie in de vraagstelling, in het bijzonder de vermelding dat de onderwijsinstelling en het UMC twee afzonderlijke rechtspersonen of instellingen zijn, lijkt het juiste antwoord op uw vraag dus het door u als tweede genoemde antwoord te zijn.