Verantwoorden voormalig topfunctionaris onder de WNT bij nieuwe rechtspersoon

Discussie gestart door IWWIWW .
Begonnen op . oktober 2023 aangepast Geplaatst in categorie: Topfunctionarissen.

In 2022 wordt er een nieuwe Stichting A opgericht met als doel om per 1-1-2023 de volledige activiteiten van Stichting B over te nemen en gedeeltelijk de activiteiten van gemeentelijke instantie C over te nemen.

Op 1 januari 2023 fuseert Stichting A met Stichting B (waarna Stichting B ophoudt te bestaan) en worden de desbetreffende activiteiten van gemeentelijke instantie C overgenomen.

De nieuwe Stichting A kent een besluitvormingsstructuur waarbinnen enkel de bestuurder en toezichthouders kwalificeren als topfunctionaris. De groep hoogste ondergeschikten (tweede echelon) is niet belast met de dagelijkse leiding van de gehele rechtspersoon.

Voormalig topfunctionaris van Stichting B aanvaardt per 1 januari 2023 een nieuwe positie bij Stichting A en maakt per die datum onderdeel uit van het tweede echelon en kwalificeert als zodanig niet als topfunctionaris.

De vraag is of voormalig topfunctionaris van Stichting B over 2023 en latere jaren door Stichting A onder de WNT verantwoord moet worden.

Hierbij gelden de voorwaarden zoals opgenomen onder Artikel 4a van Beleidsregels WNT 2023:

Artikel 4a. Topfunctionaris na neerleggen van de functie als topfunctionaris als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel b, onder 6°, van de WNT

1. Sinds 1 januari 2018 is een functionaris na het neerleggen van zijn/haar functie als topfunctionaris nog voor een periode van vier jaar als leidinggevende topfunctionaris genormeerd. Dit geldt vanaf het tijdstip dat de functie niet langer wordt vervuld als topfunctionaris en waarbij:

    a. De functie als topfunctionaris

§  op of na 1 januari 2018 is ingegaan (formele startdatum van de functie) of

§  vóór 1 januari 2018 is ingegaan (formele startdatum van de functie) en op of na 1 januari 2018 is verlengd, én

o    b. De functionaris de functie als topfunctionaris voor een periode van ten minste twaalf kalendermaanden aaneengesloten heeft vervuld, én

o    c. De functionaris na het neerleggen van zijn functie als topfunctionaris bij dezelfde rechtspersoon een dienstverband bekleedt anders dan een functie als topfunctionaris

2.Van een dienstverband zoals bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, is sprake indien dit dienstverband aanvangt binnen twaalf kalendermaanden na beëindiging van de functie als topfunctionaris.

Voor de voormalig topfunctionaris wordt niet voldaan aan 1 sub c, deze bekleedt per 1-1-2023 namelijk niet aansluitend na het neerleggen van zijn functie bij dezelfde rechtspersoon een dienstverband anders dan een functie als topfunctionaris. Stichting A is namelijk niet dezelfde rechtspersoon als Stichting B. Stichting A verschilt wat betreft omvang (zowel opbrengsten als balanstotaal) en kenmerken (andere RvT, andere bestuurder, andere MT leden) ook significant van Stichting B. Omdat niet aan 1 sub c wordt voldaan, is de conclusie dat Stichting A vanaf kalenderjaar 2023 in het kader van de WNT niet over deze voormalig topfunctionaris gerapporteerd hoeft te worden.

Klopt bovenstaande conclusie?

Reacties

  • De reactie van HelpdeskWNTHelpdeskWNT .
    Lid van de Redactie Min. BZKArray Reactie geschreven op .

    De bovenstaande conclusie is niet juist voor zover sprake is (of is geweest) van een juridische fusie van Stichting A met Stichting B ofwel een fusie waarbij Stichting A alle vermogensbestand­delen en rechten en verplichtingen heeft overgenomen van Stichting B. In dat geval moet Stichting A namelijk worden beschouwd als de rechtsopvolger van Stichting B en is dus bij de bedoelde topfunctionaris sprake van het behouden van een dienstverband bij dezelfde rechtspersoon of instelling. In dit geval is dus sprake van nawerking van het geweest zijn van topfunctionaris van Stichting B en dus van toepassing van artikel 1.1, onder b, sub 6°, WNT. Dat de functie die vervuld wordt tot de tweede echelon wordt gerekend en op zichzelf niet kwalificeert als functie als topfunctionaris is niet relevant voor deze bepaling. Wel relevant is dat er ook aan de overige in artikel 4a Beleidsregels WNT 2023 genoemde voorwaarden moet worden voldaan voordat sprake kan zijn van het van toepassing zijn van artikel 1.1, onder b, sub 6°,WNT.

    Zie ook het antwoord op deze eerdere, vergelijkbare Forumvraag: https://forum.topinkomens.nl/discussion/comment/711#Comment_711.

Deze discussie is gesloten.