Reiskosten

Discussie gestart door mikejmikej .
Begonnen op . november 2023 aangepast Geplaatst in categorie: Bezoldiging.

Hoe zit het wanneer een WNT-instelling voor de RvT aangeeft dat zij maximaal 300,- per jaar mogen factureren voor reiskosten bovenop de WNT-norm, en hier dan geen verdere km-specificatie van verlangen?

Moet dit dan worden gezien als bezoldiging, of is het in deze situatie in orde wanneer zij boven de norm uitkomen (dus vanwege de km-declaratie). In sommige gevallen zie ik namelijk dat km-vergoeding buiten de WNT valt, maar in deze gevallen wordt er 0,19 of 0,21 ct per km gedeclareerd, en een specificatie opgeleverd.

De situatie waarin een WNT instelling aangeeft dat de toezichthouder bovenop de maximale bezoldiging 300,- kan ontvangen voor reiskosten heb ik nog niet eerder gezien. 

Graag hoor ik of dit mag.

Reacties

  • De reactie van HelpdeskWNTHelpdeskWNT .
    Lid van de Redactie Min. BZKArray Reactie geschreven op . ( 20 maart aangepast . )

    Alvorens antwoord te geven op uw vraag, geeft de HelpdeskWNT van BZK algemene uitleg over de bezoldiging van toezichthoudende topfunctionarissen.

    De WNT verstaat onder bezoldiging: de som van de beloning, de belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen en de beloningen betaalbaar op termijn, met uitzondering van de omzet­belasting, dan wel, indien een functie wordt vervuld anders dan op grond van een dienst­betrekking, de som van de vergoedingen voor het vervullen van de functie, met uitzondering van de vergoedingen die bij een functievervulling op grond van een dienstbetrekking onbelast zouden zijn, en met uitzondering van de omzetbelasting (artikel 1.1, onder e, WNT).

    De functie van toezichthoudende topfunctionaris wordt in de meeste gevallen vervuld anders dan op grond van dienstbetrekking. In artikel 2a, eerste lid, Uitvoeringsregeling WNT is omschreven welke componenten in ieder geval tot de bezoldiging behoren ingeval de functie van topfunctionaris anders dan op grond van dienstbetrekking wordt vervuld. Daartoe behoren op grond van artikel 2a, eerste lid, onder d, in combinatie met artikel 2, eerste lid, onder t en u, Uitvoeringsregeling WNT in ieder geval deze componenten:

    • de belaste kilometervergoeding eigen voertuig;
    • overige belastbare vergoedingen gebruik eigen motorvoertuig;
    • of een compensatie of bijdrage voor deze componenten.

    Uit artikel 2a, tweede lid, aanhef en onder b, in combinatie met artikel 2, tweede lid, onderdeel e, van de Uitvoeringsregeling WNT volgt dat vergoedingen en verstrekkingen die tot de gerichte vrijstellingen, bedoeld in artikel 31a, tweede lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 (zoals de onbelaste reiskostenvergoeding van maximaal € 0,19 (of € 0,21 vanaf 1 januari 2023), bedoeld in onderdeel a, onder 3º, van die bepaling behoren, geen bezoldiging in de zin van de WNT vormen. Dit, zowel voor topfunctionarissen met als topfunctionarissen zonder dienstbetrekking.

    In artikel 2, eerste lid, onderdeel t, Uitvoeringsregeling WNT wordt, zoals hiervoor uitgelegd, de belastbare reiskostenvergoeding (d.w.z. de belaste kilometervergoeding eigen voertuig) tot de bezoldiging gerekend. Dit betekent dat het verschil tussen de daadwerkelijke vergoeding per kilometer en de belastingvrije vergoeding van € 0,19 (of € 0,21 per 1 januari 2023) per kilometer tot de bezoldiging van de topfunctionaris zonder dienstbetrekking moet worden gerekend, ongeacht of deze onder de vergoeding voor de door de topfunctionaris zonder dienstbetrekking verrichte arbeid, bedoeld in artikel 2a, eerste lid, onderdeel a, Uitvoeringsregeling WNT valt dan wel apart gefactureerd is bij de WNT-instelling.

    Een uitzondering op de bezoldiging voor een vast bedrag van € 300,- per jaar voor reiskosten vloeit niet voort uit de WNT of de lagere regelgeving op basis van de WNT als zodanig. Wel zou dit bedrag bij wijze van overeenkomstige toepassing op topfunctionarissen zonder dienstbetrekking kunnen zijn gebaseerd op de zogenaamde ‘128-dagenregeling’ of de ‘36-wekenregeling’ voor werknemers in dienstbetrekking. Zie https://kennisgroepen.belastingdienst.nl/publicaties/kg204202312-herrekening-vaste-reiskosten-en-thuiswerkvergoeding/. Als dat zo is, dan zou sprake kunnen zijn van een vergoeding die bij een functievervulling op grond van een dienstbetrekking onbelast is of in ieder geval zou kunnen zijn. Daarvoor dient u navraag te doen bij de WNT-instelling om te toetsen of zij de ‘128-dagenregeling’ of de ‘36-wekenregeling’ hebben toegepast in dit geval en, zo ja, of er voldaan wordt aan de gestelde fiscale voorwaarden van die regeling.

    Het hangt dus van de belastbaarheid of belastbaarheid van de in uw vraag genoemde reiskosten af of die wel respectievelijk niet meetellen voor de bezoldiging van de voorzitter en de leden van de RvT van de bedoelde WNT-instelling en daarvan hangt af of de bedoelde vergoeding voor reiskosten wel of niet boven op de maximale bezoldiging van deze toezichthoudende topfunctionarissen (zoals bepaald in artikel 2.2 WNT) mag worden overeengekomen en betaald (in de kern: onbelaste vergoedingen wel, belaste of belastbare niet).
Deze discussie is gesloten.