Doorwerking topfunctionaris na einde benoeming en indiensttreding ander ministerie

Discussie gestart door ChristianTichelaarChristianTichelaar .
Begonnen op . 14 mei aangepast Geplaatst in categorie: Topfunctionarissen.

Ik heb een verduidelijkingsvraag inzake de WNT en de toepassing van art. 1.1 onderdeel b onder 6° waarin het volgende staat geschreven: 

“Degene die een functie als bedoeld onder 1° tot en met 5° voor een periode van ten minste twaalf kalendermaanden heeft vervuld en daarna bij dezelfde rechtspersoon of instelling een dienstverband behoudt, voor een periode van vier jaar vanaf het tijdstip dat niet langer de functie als bedoeld onder 1° tot en met 5° wordt vervuld, met uitzondering van bij regeling van Onze Minister aan te wijzen functies;”

Vanuit het civiele arbeidsrecht bezien kennen we maar een rechtspersoon: “de Staat der Nederlanden”. De verschillende ministeries zijn geen aparte rechtspersonen, maar allemaal onderdeel van de Staat. Wordt dit in het kader van WNT anders bezien vanuit de periode vóór de WNRA? Destijds werden de ministeries namelijk nog wel als aparte entiteiten gezien, omdat de verschillende ministers als aparte bestuursorganen golden en daarmee als werkgevers onder het oude ambtenarenrecht.

Wordt een topfunctionaris vanuit een ZBO binnen ministerie X ook aangemerkt als topfunctionaris als deze bij ministerie Y of ZBO op grond van bovenstaande art. ook aangemerkt als topfunctionaris in de zin van de WNT?


Reacties

  • De reactie van HelpdeskWNTHelpdeskWNT .
    Lid van de Redactie Min. BZKArray Reactie geschreven op .

    Het antwoord op uw eerste vraag luidt neen. Het antwoord op uw tweede (laatste) vraag luidt ja. Hieronder lichten wij dit toe.

    De uitleg van artikel 1.1, onderdeel b, sub 6°, WNT (nawerking begrip topfunctionaris) is door de inwerkingtreding van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra) en meer specifiek het onder het private arbeidsrecht brengen van onder meer de rijksambtenaren niet veranderd. Dat de ministeries vóór de inwerkingtreding van de Wnra aangemerkt werden als bevoegd gezag (werkgever) van de rijksambtenaren is voor de toepassing van artikel 1.1, onderdeel b, sub 6°, WNT niet relevant. In het geval een topfunctionaris van de rechtspersoon Staat der Nederlanden, na het beëindigen van deze topfunctie, een andere functie is gaan vervullen bij (hetzelfde of een ander orgaan van) de rechtspersoon Staat der Nederlanden, was ook voordat de Wnra in werking is getreden vanuit de WNT bezien sprake van het behouden van een dienstverband met de rechtspersoon Staat der Nederlanden. Er is immers sprake van dienstverband bij dezelfde rechtspersoon. Het is bij de toepassing van artikel 1.1, onderdeel b, sub 6°, WNT niet van belang of er sprake is van een onderliggende ambtelijke aanstelling (vóór de Wnra) dan wel arbeidsovereenkomst (vanaf de Wnra). Evenmin is het van belang of de opvolgende functie werd vervuld op grond van een nieuwe aanstelling of de oorspronkelijke aanstelling (vóór de Wnra), dan wel op grond van een nieuwe arbeidsovereenkomst of de oorspronkelijke arbeidsovereenkomst (vanaf de Wnra).
Deze discussie is gesloten.