Vrijstelling BV voor WNT verantwoording
Een stichting is 100% aandeelhouder van een tussenholding BV die vervolgens sportactiviteiten laat uitvoeren door een werkmaatschappij BV. Het is de vraag of één van deze drie entiteiten WNT plichtig is. De werkmaatschappij BV ontvangt jaarlijks subsidie die meer bedraagt dan 50% van haar inkomsten en meer dan € 500.000. Echter is zij een BV en die zijn op grond van artikel 1.3 lid c vrijgesteld.
Op het niveau van de stichting kan de gemeente één bestuurder benoemen/ontslaan. Het stichtingsbestuur benoemd middels een AvA besluit de bestuurders van de tussenholding BV. Vervolgens treed dit bestuur van de tussenholding op als toezichthoudend orgaan voor de Werkmaatschappij BV.
Zodoende concluderen wij dat er géén WNT-plicht rust op de Werkmaatschappij BV. De tussenholding BV ontvangt geen subsidies en is ook niet verplicht te consolideren (vanwege grootteregime is de groep als geheel klein). Zodoende is er ook geen WNT-plicht voor de tussenholding. De stichting daarboven ontvangt ook geen subsidie, en is daarmee ook vrijgesteld.
Conclusies/vragen:
Klopt bovenstaande conclusie dat alle drie de entiteiten (stichting, tussenholding BV en werkmaatschappij BV zijn vrijgesteld)? En/of is het zo dat vanwege artikel 1.3 lid 1 onder b de vrijstelling sowieso geldt vanweg sub e. waar wederom is aangegeven dat BV's en BV's uitgezonderd zijn.
Op het niveau van de stichting kan de gemeente één bestuurder benoemen/ontslaan. Het stichtingsbestuur benoemd middels een AvA besluit de bestuurders van de tussenholding BV. Vervolgens treed dit bestuur van de tussenholding op als toezichthoudend orgaan voor de Werkmaatschappij BV.
Zodoende concluderen wij dat er géén WNT-plicht rust op de Werkmaatschappij BV. De tussenholding BV ontvangt geen subsidies en is ook niet verplicht te consolideren (vanwege grootteregime is de groep als geheel klein). Zodoende is er ook geen WNT-plicht voor de tussenholding. De stichting daarboven ontvangt ook geen subsidie, en is daarmee ook vrijgesteld.
Conclusies/vragen:
Klopt bovenstaande conclusie dat alle drie de entiteiten (stichting, tussenholding BV en werkmaatschappij BV zijn vrijgesteld)? En/of is het zo dat vanwege artikel 1.3 lid 1 onder b de vrijstelling sowieso geldt vanweg sub e. waar wederom is aangegeven dat BV's en BV's uitgezonderd zijn.
Deze discussie is gesloten.
Reacties
De HelpdeskWNT van het ministerie van BZK geeft geen casusbeoordeling af en doet ook geen uitspraken over individuele, concrete casus. Wij beperken ons tot het geven van wetsuitleg.
Om te kunnen beoordelen of de WNT van toepassing is op de drie rechtspersonen, moet een registertoets worden aangevraagd door of voor alle drie de rechtspersonen. Op de website topinkomens.nl kan door of voor de rechtspersonen een registertoets worden aangevraagd via deze link: https://www.topinkomens.nl/melden/instelling-aan--afmelden.
Indien een of meer van de rechtspersonen onder het ministerie van VWS of dat van OCW vallen, dan moet de betreffende rechtspersoon zich daar melden voor een registertoets. Daarvoor kan een mail worden gestuurd naar: normeringtopinkomens@minvws.nl of ico@duo.nl.
Eventueel kan het stappenschema of de WNT van toepassing is worden geraadpleegd op de website topinkomens.nl via deze link: https://www.topinkomens.nl/vraag-antwoord/vraag-en-antwoord/stappenschema-valt-de-instelling-onder-de-wnt.