Opzegtermijn
Werkgever en werknemer (onderwijsstichting) hebben een vaststellingsovereenkomst gesloten (wederzijds goedvinden). Vanaf 01-09-2024 is werknemer vrijgesteld van het verrichten van werkzaamheden.
Feitelijke einddatum is 1 november 2024. Derhalve is er sprake van een uitbetaling van 2 maanden, waarop vrijstelling van werkzaamheden van toepassing is. Werknemer valt onder de CAO primair onderwijs. Op grond van de CAO primair onderwijs is sprake van een opzegtermijn van 3 maanden.
De vrijstelling van werk zoals opgenomen in artikel 10, tweede lid onder c van de beleidsregels WNT 2024 is niet expliciet opgenomen in de CAO. Wel is de opzegtermijn opgenomen in de CAO.
Is onze conclusie juist dat, ondanks dat er sprake is van een wettelijke opzegtermijn en een opzegtermijn volgens de CAO, deze uitkering alsnog als uitkering wegens beëindiging van het dienstverband dient te worden aangemerkt?
Feitelijke einddatum is 1 november 2024. Derhalve is er sprake van een uitbetaling van 2 maanden, waarop vrijstelling van werkzaamheden van toepassing is. Werknemer valt onder de CAO primair onderwijs. Op grond van de CAO primair onderwijs is sprake van een opzegtermijn van 3 maanden.
De vrijstelling van werk zoals opgenomen in artikel 10, tweede lid onder c van de beleidsregels WNT 2024 is niet expliciet opgenomen in de CAO. Wel is de opzegtermijn opgenomen in de CAO.
Is onze conclusie juist dat, ondanks dat er sprake is van een wettelijke opzegtermijn en een opzegtermijn volgens de CAO, deze uitkering alsnog als uitkering wegens beëindiging van het dienstverband dient te worden aangemerkt?
Log In of Registreer om te reageren.
Reacties