Gerechtelijke uitspraak

Discussie gestart door EVOEVO .
Begonnen op . Geplaatst in categorie: Ontslag.
De stichting heeft de rechter verzocht tot het ontbinden van de arbeidsovereenkomst op grond van artikel 7:671b lid 1 BW. Voorts was er geen mogelijkheid tot herplaatsing van de werknemer in een andere passende functie.

De kantonrechter heeft op 27-11-2024 de uitspraak gedaan dat de arbeidsovereenkomst zal worden ontbonden met ingang van 01-03-2025 op grond van artikel 7:671b lid 9 BW.

De toegekende ontslagvergoeding ligt boven het maximum van de WNT ad €75.000 en bestaat uit:
- Wettelijke transitievergoeding
- Vergoeding op grond van artikel 7:671b lid 10 BW
- Vergoeding outplacementtraject
- Vergoeding kosten rechtsbijstand

Daarnaast moet de betreffende functionaris dus worden doorbetaald tussen 27-11-2024 en 01-03-2025, wat ook onderdeel uitmaakt van de ontslagvergoeding op grond van artikel 2.10, derde lid, WNT.

Hoewel de betaling feitelijk deels in 2025 zal plaatsvinden, is het bovenstaande bedrag al wel verantwoord als last en kortlopende schuld in de jaarrekening 2024.

Bij de casus zijn onderstaande data van belang:
- Werknemer was per 01-11-2019 aangesteld, tot en met 30 november 2026;
- Bestuurder heeft ziekgemeld in 2023 en gezamenlijk met de RvT heeft besloten terug te treden als bestuurder in 2023. Het dienstverband is blijven bestaan;
- Tot en met de uitspraak door de rechter was de bestuurder ziek;
- Na de uitspraak van de rechter is een VSO gesloten en heeft voormalig bestuurder zich beter gemeld en is vrijgesteld van werk. Er was immers al sprake van een verstoorde arbeidsrelatie zoals ook bevestigd door de rechter.

De vragen zijn nu als volgt:
- Hoort de bezoldiging tot datum uitspraak rechter / sluiten VSO in onderdeel 1A van de tabellen of in onderdeel 1E? Formeel is namelijk geen andere functie overeengekomen, de bestuurder is aangesteld na 01-01-2019 en daarmee lijkt 1A de juiste tabel te zijn.
- Hoe dient de bezoldiging tussen datum uitspraak rechter op 27-11-2024 en 31-12-2024 te worden verantwoord? In principe maakt deze deel uit van de uitkering wegens einde dienstverband op grond van artikel 2.10, derde lid, WNT, echter, de totale uitkering inclusief bovenstaande items gaat boven de €75.000 uit. Is het juist om de bezoldiging tot de datum van de uitspraak op 27-11-2024 aan te merken als bezoldiging, en voor het overige te vermelden dat de uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband voortvloeien uit een gerechtelijke uitspraak (artikel 5, vijfde lid uitvoeringsregeling WNT).
Log In of Registreer om te reageren.