Heeft nabetaling over 2017 invloed op afbouw volgens overgangsrecht

Discussie gestart door MarinusMarinus .
Begonnen op . Geplaatst in categorie: Overgangsrecht.
In mei 2018 is een nieuwe CAO tot stand gekomen. De afspraken behelsen een eenmalige uitkering en verhoging van de salarissen. De eenmalige uitkering heeft betrekking op 2017. Hierover bestaat geen discussie, deze behoort niet tot de bezoldiging 2018. In het kader van de afbouw wordt echter gekeken naar de salarissen van de afgelopen 4 jaar voor de afbouw en naar het WNT salaris in het voorafgaande jaar. 

Ingeval de afbouw leidt tot een hoger bedrag voor 2018 dan voor 2017 mag de WNT bezoldiging niet hoger zijn dan die van 2017. Mijn vraag is of rekening mag worden gehouden met de WNT 2017 inclusief eenmalige uitkering of dat uit moet worden gegaan van het oorspronkelijk in de jaarrekening opgenomen bedrag (exclusief eenmalige uitkering over 2017). 


Reacties

  • De reactie van MarinusMarinus . bestuurder
    Reactie geschreven op .
    In aanvulling / correctie op voorgaande De nabetaling over 2017 behoort wel tot de bezoldiging 2018, maar leidt op grond van het feit dat deze betrekking heeft op het voorgaande jaar niet tot een onverschuldigde betaling. 
  • De reactie van HelpdeskWNTHelpdeskWNT .
    Lid van de Redactie Min. BZKArray Reactie geschreven op .

    Zie voor het antwoord: https://forum.topinkomens.nl/discussion/194/afbouw-overgangsrecht-in-combinatie-met-optische-overschrijding-wnt

    Het uitgangspunt is dat altijd wordt uitgegaan van de in de jaarrekening opgenomen gegevens. De voorschriften inzake loonaangifte geven werkgevers de vrijheid om nabetalingen hetzij in het lopende kalenderjaar aan te geven (“loon-in”) hetzij via correctie van eerdere aangiftes in eerdere kalenderjaren aan te geven (“loon-over”). Als voor correctie wordt gekozen, dan zijn die gecorrigeerde gegevens leidend. Dit houdt in dat bij de bepaling van de bezoldiging waar vanaf moet worden afgebouwd, uitgegaan wordt van de in de jaarrekening opgenomen, bijgestelde gegevens. Het uitgangspunt is dus dat altijd wordt uitgegaan van de in de jaarrekening opgenomen gegevens.
  • De reactie van MarinusMarinus . bestuurder
    Reactie geschreven op .
    Het antwoord lijkt zich te richten op de bepaling van de bezoldiging volgens de afbouwregeling over een periode van 4 jaar (2014 tot 2017). Nog niet duidelijk is of de fiscaal aangepaste en in de jaarrekening gecorrigeerd bezoldiging ook uitgangspunt is voor de "tweede" toets, waarbij de eis is dat de WNT bezoldiging (2018) niet hoger mag zijn dan de in de jaarrekening verantwoorde, gecorrigeerde bezoldiging 2017 (zoals vermeld in de jaarrekening 2018) 
  • De reactie van HelpdeskWNTHelpdeskWNT .
    Lid van de Redactie Min. BZKArray Reactie geschreven op .
    Het antwoord heeft betrekking op de afbouwperiode. Dit is de periode ná de 4 jaren van behoud van bezoldiging op grond van het overgangsrecht (2014-2017). Men dient ook bij de afbouwperiode allereerst te toetsen of de bezoldiging waarvan wordt afgebouwd toegestaan is op grond van het overgangsrecht. Indien de verhoging niet is toegestaan in 2017 op grond van het overgangsrecht, dan mag deze niet meegeteld worden, ongeacht of de jaarrekening wel/niet is aangepast. Indien de verhoging is toegestaan in 2017 op grond van het overgangsrecht en de jaarrekening 2017 is gecorrigeerd, dan dient men uit te gaan van de gecorrigeerde jaarrekening. Indien de jaarrekening 2017 niet is gecorrigeerd, dan betekent dit dat van de ongecorrigeerde gegevens uit moet worden gegaan. Het uitgangspunt is dus dat altijd wordt uitgegaan van de in de jaarrekening opgenomen gegevens.
Deze discussie is gesloten.