WNT norm voor niet-topfunctionaris hanteren? (Artikel 1.6a WNT en artikel 2.1 lid 5 WNT n.v.t.?)
Indien de situatie als volgt is: een niet-topfunctionaris in dienst van organisatie A (zelfstandig WNT-plichtig) wordt permanent gedetacheerd naar organisatie B om daar als topfunctionaris aan de slag te gaan. Organisatie B is weliswaar mede opgericht door organisatie A maar is zelfstandig WNT-plichtig en dus geen gelieerde rechtspersoon in de zin van de WNT. Organisatie A wil deze functionaris vervolgens – naast voornoemde arbeidsovereenkomst – op basis van een tweede arbeidsovereenkomst in haar eigen organisatie voor enkele uren werkzaamheden laten verrichten als niet-topfunctionaris.
Is het dan juist dat zowel artikel 1.6a WNT als artikel 2.1 lid 5 WNT in dat geval niet van toepassing zijn, omdat enerzijds de functionaris voor onderneming A geen topfunctionaris is en anderzijds de functionaris als topfunctionaris niet werkzaam is bij een gelieerde onderneming?
Is het dan juist dat onderneming A bij het bepalen van het salaris van de functionaris voor haar rol binnen haar eigen organisatie (niet zijnde de detachering bij organisatie B ), geen rekening hoeft te houden met de maximale norm uit de WNT?
Of dient het werk van de niet-topfunctionaris als topfunctionaris voor B door te werken bij A, waardoor A voor deze functionaris altijd rekening moet houden met de WNT (ook al staat deze functionaris op haar loonlijst niet als topfunctionaris vermeld)?
Reacties
Hieronder zetten wij de situatie uiteen zoals wij deze uit uw vraagstelling interpreteren. Mocht u naar aanleiding van dit antwoord toch uw vraag willen/kunnen verduidelijken, verzoeken wij u onder dit antwoord te reageren.
1. Er is sprake van twee rechtspersonen die allebei als WNT-instelling kwalificeren en niet aan elkaar gelieerd zijn in de zin van art. 1.1, onderdeel m WNT. Ten opzichte van elkaar zijn A noch B aan te merken als gelieerde rechtspersonen voor de WNT.
2.Werknemer X is bij WNT-instelling A in dienst als niet-topfunctionaris (op basis van twee aparte dienstbetrekkingen).
3. Werknemer X is bij WNT-instelling B gedetacheerd vanuit instelling A bij instelling B en kwalificeert bij instelling B als topfunctionaris zonder dienstbetrekking.
Graag verwijzen we voor achtergrondinformatie met betrekking tot gelieerde rechtspersonen naar het forum: Definitie gelieerd rechtspersoon 2019 — Forum uitvoering Wet normering topinkomens
Uw eerste stelling luidt: Is het dan juist dat zowel artikel 1.6a WNT als artikel 2.1 lid 5 WNT in dat geval niet van toepassing zijn, omdat enerzijds de functionaris voor onderneming A geen topfunctionaris is en anderzijds de functionaris als topfunctionaris niet werkzaam is bij een gelieerde onderneming?
Uw stelling is op zich juist (vanuit het perspectief van instelling A), maar niet volledig als we ook het perspectief van instelling B meenemen. Het is juist dat werknemer X bij instelling A niet kwalificeert als topfunctionaris, en aldus hoeft instelling A niet art. 1.6a en art. 2.1. lid 5 WNT ten aanzien van deze werknemer toe te passen. Dit neemt echter niet weg dat werknemer X wel als topfunctionaris voor instelling B kwalificeert. Instelling B dient aldus te voldoen aan de verplichtingen met betrekking tot het bezoldigingsmaximum en openbaarmaking ten aanzien van topfunctionarissen zonder dienstbetrekking voortvloeiend uit de WNT. Dat gezegd zijnde, is artikel 1.6a WNT niet van toepassing op topfunctionarissen zonder dienstbetrekking en is artikel 2.1, vijfde lid, eerste volzin, WNT alleen van toepassing op werkzaamheden bij een gelieerde rechtspersoon. Zoals gezegd, zijn A noch B ten opzichte van elkaar te beschouwen als gelieerde rechtspersonen.
Uw tweede stelling luidt: Is het dan juist dat onderneming A bij het bepalen van het salaris van de functionaris voor haar rol binnen haar eigen organisatie (niet zijnde de detachering bij organisatie B ), geen rekening hoeft te houden met de maximale norm uit de WNT?
Uw stelling is deels juist. De bezoldiging van werknemer X is niet genormeerd bij instelling A. Echter, dient u rekening te houden met art. 5a van de Uitvoeringsregeling WNT. Voor zover de bezoldiging van werknemer X bij instelling A de maximale bezoldiging, bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, WNT (ofwel het drempelbedrag) overschrijdt, dient deze ook voor niet-topfunctionarissen te worden openbaargemaakt. In dat geval dient tabel 3 van het Verantwoordingsmodel te worden toegepast.
Uw derde stelling luidt: Of dient het werk van de niet-topfunctionaris als topfunctionaris voor B door te werken bij A, waardoor A voor deze functionaris altijd rekening moet houden met de WNT (ook al staat deze functionaris op haar loonlijst niet als topfunctionaris vermeld)?
Deze stelling is onjuist, zie antwoorden hierboven. Werknemer X dient bij instelling B als topfunctionaris zonder dienstbetrekking te worden verantwoord. Werknemer X dient bij instelling A slechts te worden verantwoord op grond van art. 5a van de Uitvoeringsregeling WNT voor zover zijn bezoldiging bij instelling A het vorengenoemde drempelbedrag overschrijdt.