toerekenen kalenderjaar, cascaderen en 'doorcascaderen'

Discussie gestart door GGerdingGGerding .
Begonnen op . Geplaatst in categorie: Bezoldiging.
In mei 2020 is de volgende discussie gestart en inmiddels afgesloten:

Toerekening kalenderjaar

Discussie gestart door MJansens .

Begonnen op mei 2020 . Geplaatst in categorie: Bezoldiging.

Voor de publicatie in 2019 wordt duidelijk dat bij de afwikkeling einde dienstverband v/e topfunctionaris in dienstbetrekking de uitbetaling van de vakantietoeslag 2019/2018 in 2019 gaat leiden tot een overschrijding van het bezoldigingsmaximum. Uitbetaling van vakantietoeslag welke ziet op 2018 kan worden toegerekend aan 2018 echter, voor zover er in dat jaar geen overschrijding is. Is het daartoe mogelijk het deel van de vakantietoeslag 2017 welke in 2018 is uitbetaald, ook toe te rekenen aan 2017, zodat er in 2018 meer ruimte vrijkomt om toe te rekenen, of ziet de toerekening ex art 3.2 uitvoeringsregeling enkel op de nabetaling van de emolumenten die in 2019 zijn uitbetaald? Ik verwacht dat het enkel ziet op de gedane nabetaling als ik kijk naar toelichting.

Reacties

Direct naar antwoord HelpdeskWNT

Lid van de Redactie Min. BZKArray Reactie geschreven op mei 2020 .

Het antwoord op uw vraag is: artikel 3, tweede lid, van de Uitvoeringsregeling WNT staat cascadegewijze toerekening van vakantietoeslag of andere, vergelijkbare (deels) in eerdere kalenderjaren opgebouwde bezoldigingscomponenten, aan die eerdere kalenderjaren toe. Het in 2017 opgebouwde deel van de in 2018 uitbetaalde vakantietoeslag mag derhalve aan 2017 worden toegerekend voor zover daarmee een overschrijding van het bezoldigingsmaximum in 2018 kan worden voorkomen, maar uiteraard alleen voor zover deze toerekening aan 2017 niet tot overschrijding van het bezoldigingsmaximum in 2017 leidt.

 

Mijn vraag is nu de volgende: betekent het alhier gegeven antwoord ook dat het zogenaamde 'doorcascaderen', in geval van ontbrekende Wnt-ruimte in het jaar waarin bij einde dienstverband de opgebouwde vakantietoeslag wordt uitgekeerd, zich mag uitstrekken tot enig eerder jaar waarin de topfunctionaris in dienst was en waarin die ruimte formeel nog aanwezig is? Klopt het dat de uitleg van art. 3 tweede lid van de Uitvoeringsregeling Wnt ook impliceert dat daarbij mag worden teruggegaan naar een jaar waarin de topfunctionaris (in de hoedanigheid van topfunctionaris) bij de werkgever in dienst was en waarin de Wnt nog niet van kracht was? In deze laatstgenoemde situatie zou er immers geen belemmering (meer) zijn voor de volledige uitbetaling van de bij het einde van het dienstverband opgebouwde vakantietoeslag. Toerekening aan dat eerdere jaar (bijvoorbeeld 2012, het jaar dat voorafging aan het jaar waarin de Wnt-1 van karcht werd) betekent dan immers dat het voor het jaar van uitdiensttreding geldende maximum van de Wnt door de uitbetaling van de VT niet wordt overschreden
Naar verluidt zou de NBA (beroepsvereniging van accountants) van BZK een brief hebben ontvangen waarin een toelichting op de geldende condities voor dit 'doorcascaderen' wordt gegeven. Kan BZK deze brief openbaar maken, zodat het voor instellingen mogelijk gemakkelijker wordt over deze materie het gesprek met hun accountant te voeren?

Reacties

  • De reactie van HelpdeskWNTHelpdeskWNT .
    Lid van de Redactie Min. BZKArray Reactie geschreven op .

    Onder cascadegewijze toerekening van bezoldiging verstaan wij dat bezoldigingscomponenten zoals vakantietoeslag worden toegerekend aan een eerder kalenderjaar, waarbij steeds een kalenderjaar verder terug in de tijd mag worden meegenomen, voor zover het kalenderjaren betreft waarin het bezoldigingsmaximum nog niet is bereikt. Deze methode (door u omschreven als “doorcascaderen”) is niet expliciet in de WNT of de lagere wetgeving opgenomen. Volgens vaste wetsuitleg van de WNT biedt de wet ruimte om deze methode toe te passen.

    Het is juist om te concluderen dat deze methode dus impliceert dat er ook ruimte gezocht kan worden in de jaren dat een topfunctionaris (in die hoedanigheid) bij de werkgever in dienst was waarin de WNT nog niet van kracht was. De bezoldiging was in die jaren immers (nog) niet door de WNT genormeerd. Het ´doorcascaderen´ biedt geen uitkomst in die situaties waarin er geen ruimte meer is in eerdere door de WNT genormeerde kalenderjaren (omdat het bezoldigingsmaximum reeds bereikt is) of omdat er geen sprake is van kalenderjaren die niet door de WNT genormeerd werden. In die gevallen zou er alsnog sprake kunnen zijn van een onverschuldigde betaling.
Deze discussie is gesloten.