Aantal vakantiedagen

Discussie gestart door LMSLMS .
Begonnen op . 12 april aangepast Geplaatst in categorie: Bezoldiging.

In april 2019 is op het Forum Topinkomens een vraag gesteld (https://forum.topinkomens.nl/discussion/comment/379#Comment_379) over het aanpassen van de deeltijdfactor en dientengevolge het individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum voor de WNT bij meer of minder vakantiedagen. Hierop is het volgende geantwoord: ‘Als met de topfunctionaris meer (doorbetaalde) vakantiedagen zijn overeengekomen dan wat voortvloeit uit een collectieve arbeidsovereenkomst, een andere collectieve regeling of een wettelijk voorschrift, bijv. ingeval van een sabbatical (of een dergelijke regeling), is in de WNT bepaald dat de kalenderdagen van de doorbetaalde periode van non-activiteit in mindering dienen te worden gebracht op het totaal aantal kalenderdagen van het dienstverband in het betreffende kalenderjaar. Dit zorgt voor een lager individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum.    

 

Gelet op de forumvraag van maart 2024 over het maximaal aantal vakantiedagen en het antwoord op deze vraag (https://forum.topinkomens.nl/discussion/674/maximaal-aantal-vakantiedagen), mag de WNT-instelling niet zonder geldige reden onevenredig veel vakantiedagen aan de topfunctionaris toekennen in vergelijking met de aan reguliere werknemers toegekende vakantiedagen. Hierbij wordt als voorbeeld gegeven dat indien gewone werknemers bij een voltijds dienstverband 144 vakantie uren per jaar genieten en de topfunctionaris van dezelfde instelling bij een voltijdsdienstverband de helft meer aan vakantie uren geniet (216 vakantie uren per jaar) zonder geldige reden, dit als onevenredig kan worden aangemerkt en als potentiële afspraak tot ontwijking of ontduiking van de WNT.

 

Vragen:

  1. Overruled het antwoord op de forumvraag van maart 2024 het antwoord dat in april 2019 door BZK is gegeven? Immers, op basis van het antwoord op de forumvraag van april 2019 moeten ingevolge de WNT de kalenderdagen van de doorbetaalde periode van non-activiteit in mindering worden gebracht op het totaal aantal kalenderdagen van het dienstverband in het betreffende kalenderjaar, indien met de topfunctionaris meer (doorbetaalde) vakantiedagen zijn overeengekomen dan wat voortvloeit uit een collectieve arbeidsovereenkomst, een andere collectieve regeling of een wettelijk voorschrift. Dit zorgt voor een lager individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum.
  2. Wanneer is sprake van een ‘geldige reden’ om met een topfunctionaris meer (doorbetaalde) vakantiedagen overeen te komen dan wat voortvloeit uit een collectieve arbeidsovereenkomst, een andere collectieve regeling of een wettelijk voorschrift? Kan bijvoorbeeld structureel overwerken worden aangemerkt als een ‘geldige reden’?
  3. Wanneer is sprake van het toekennen van ‘onevenredig veel’ vakantiedagen aan een topfunctionaris in vergelijking met de aan reguliere werknemers toegekende vakantiedagen? In het voorbeeld wordt gesproken over ‘de helft meer aan vakantie uren’. Is het toekennen van bijvoorbeeld een kwart meer aan vakantie uren onevenredig? Waar ligt de grens?

Reacties

  • De reactie van HelpdeskWNTHelpdeskWNT .
    Lid van de Redactie Min. BZKArray Reactie geschreven op .
    1. Nee, deze twee verschillende antwoorden spreken elkaar niet tegen. Naar onze mening is de lijn met betrekking tot het individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum in beide antwoorden juist, consistent en consequent uiteengezet.

    2. Wellicht is ‘geldige’ niet helemaal de juiste formulering geweest. Hiermee bedoelen wij ‘verdedigbaar’. Zoals u reeds in onze vorige antwoorden heeft kunnen lezen, schrijft de wet hiervoor geen concrete regels voor. Wel zou een onevenredig aantal bovenwettelijke vakantiedagen het vermoeden kunnen opwekken dat er sprake zou kunnen zijn van een kunstmatige constructie. Indien er sprake is van voorzienbaar en structureel overwerken zou dat wellicht een verdedigbare reden kunnen zijn, maar dat kunnen wij niet op voorhand toetsen. Dat zal de accountant en/of toezichthouder doen.

    3. Ook hiervoor schrijft de wet geen concrete regels voor. De toezichthouder zou pas in een concreet geval kunnen toetsen of er sprake is van evenredigheid.
Deze discussie is gesloten.